Translation of "Stal" in French

Ik stal.

Je volais.

Tom stal.

Tom volait.

Je stal.

Tu volais.

Het paard ruikt de stal.

Le cheval flaire l'écurie.

De stal is net achter de boerderij.

L'écurie est juste derrière la ferme.

- Maria stal.
- Maria was aan het stelen.

Marie volait.

- Ze stal.
- Ze was aan het stelen.

Elle volait.

- Hij was aan het stelen.
- Hij stal.

Il volait.

De haas stal een wortel uit de tuin.

Le lièvre vola une carotte du jardin.

Het is het beste paard van de stal.

C'est le meilleur cheval de l'écurie.

- Hij heeft mijn horloge gestolen.
- Hij stal mijn horloge.

Il a volé ma montre.

In de herfst keert het vee van de weiden terug naar de stal.

En automne, le bétail quitte les pâturages et rentre à l'étable.

Valt in de stal de verwarming uit, dan komt de melk in blokjes eruit.

Chauffage manquant dans l'étable, glace au lait servie à table.

- Je was aan het vliegen.
- Je vloog.
- Je was aan het stelen.
- Je stal.

Tu volais.

- Hij was aan het stelen.
- Hij was aan het vliegen.
- Hij vloog.
- Hij stal.

Il volait.

- Tom stal.
- Tom vloog.
- Tom was aan het vliegen.
- Tom was aan het stelen.

Tom volait.

- Ze stal.
- Ze vloog.
- Ze was aan het vliegen.
- Ze was aan het stelen.

Elle volait.

- Maria stal.
- Maria vloog.
- Maria was aan het vliegen.
- Maria was aan het stelen.

Marie volait.

- De haas stal een wortel uit de tuin.
- De haas heeft een wortel uit de tuin gestolen.

Le lièvre vola une carotte du jardin.