Translation of "Vrienden" in English

0.008 sec.

Examples of using "Vrienden" in a sentence and their english translations:

- Beste vrienden!
- Lieve vrienden!

Dear friends!

Lieve vrienden,

Dear friends,

Bedankt, vrienden.

Thank you, my friends.

Lieve vrienden!

Dear friends!

- Ze heeft weinig vrienden.
- Zij heeft weinig vrienden.

She has few friends.

- We waren beste vrienden.
- We waren dikke vrienden.

We were best friends.

- Breng je vrienden mee.
- Laat je vrienden komen.

Bring your friends.

- Hier zijn je vrienden.
- Hier zijn jullie vrienden.

Here are your friends.

Goed, vrienden. Hallo.

Alright, my friends. Hello.

Ze bleven vrienden.

- They remained friends.
- They stayed friends.

We waren vrienden.

We were friends.

Zijn we vrienden?

Are we friends?

Zijn ze vrienden?

Are they friends?

U bent vrienden?

Are you two friends?

Wij zijn vrienden.

- We're friends.
- We are friends.

Heb je vrienden?

Do you have any friends?

- Ze heeft weinig vrienden.
- Zij heeft weinig vrienden.
- Ze heeft niet zo veel vrienden.

She doesn't have many friends.

- Zeg je vrienden gedag.
- Neem afscheid van uw vrienden.

- Say good-bye to your friends.
- Say goodbye to your friends.

- Ze heeft weinig vrienden.
- Hij heeft niet veel vrienden.

- She doesn't have many friends.
- He doesn't have many friends.

- Het zijn vrienden.
- Ze zijn vrienden.
- Ze zijn bevriend.

They're friends.

- Je hebt veel zorgzame vrienden.
- U heeft veel zorgzame vrienden.
- Jullie hebben veel zorgzame vrienden.

You have many caring friends.

- Goeie rekeningen maken goeie vrienden.
- Effen rekeningen maken goede vrienden.
- Goede rekeningen maken goede vrienden.

Short accounts make long friends.

- Heb je mijn vrienden gezien?
- Heeft u mijn vrienden gezien?
- Hebben jullie mijn vrienden gezien?

Have you seen my friends?

- Zeg "Dag" tegen uw vrienden.
- Zeg hallo tegen je vrienden.

Say hello to your friends.

- Hoeveel dichte vrienden hebt ge?
- Hoeveel intieme vrienden heb je?

How many close friends do you have?

- Tom is met zijn vrienden.
- Tom is met z'n vrienden.

- Tom is with his friends.
- Tom is with friends.

- Ze hebben niet genoeg vrienden.
- Ze hebben te weinig vrienden.

They don't have enough friends.

Wees vrienden met je vrienden en vijanden met je vijanden.

Be friends with your friends and enemies with your enemies.

- We hebben veel vrienden ontmoet.
- We zijn veel vrienden tegengekomen.

We met a lot of friends.

Mijn vrienden, familie, collega's ...

my friends, my family, my colleagues.

Bill heeft veel vrienden.

- Bill has many friends.
- Bill has a lot of friends.

Laten we vrienden zijn.

Let's be friends.

Tom heeft veel vrienden.

- Tom has many friends.
- Tom has a lot of friends.

Ze bleven goede vrienden.

They remained good friends.

Ik heb geen vrienden.

- I don't have any friends.
- I have no friends.
- I've got no friends.

Wij zijn dikke vrienden.

- We're close friends.
- We're very good friends.

We werden onmiddellijk vrienden.

We immediately became friends.

We zijn oude vrienden.

We're old friends.

Zeg je vrienden gedag.

Say goodbye to your friends.

Zijn we gewoon vrienden?

- Are we just friends?
- Are we only friends?

Ik speelde met vrienden.

I played with friends.

Dit zijn mijn vrienden.

These are my friends.

We hebben veel vrienden.

- We have a lot of friends.
- We have many friends.

We zijn maar vrienden.

- We're just friends.
- We are just friends.

We waren gewoon vrienden.

We were just friends.

Iedereen heeft vrienden nodig.

Everyone needs friends.

Ik heb veel vrienden.

I have plenty of friends.

Wij zijn goede vrienden.

We are good friends.

Haar vrienden beschermden haar.

Her friends protected her.

Jullie zijn mijn vrienden.

You're my friends.

Zij heeft enkele vrienden.

She has a few friends.

Tom heeft geen vrienden.

Tom has no friends.

Tom had veel vrienden.

Tom had many friends.

Ik zoek mijn vrienden.

- I am looking for my friends.
- I'm looking for my friends.

We zijn allemaal vrienden.

We're all friends.

We waren beste vrienden.

We were best friends.

Maria heeft twee vrienden.

Mary has two boyfriends.