Translation of "Thuisgekomen" in English

Tom is thuisgekomen.

- Tom came home.
- Tom has come home.
- Tom got home.

Mary is net thuisgekomen.

Mary has just come home.

Ik ben net thuisgekomen.

- I've just gotten home.
- I've just come home.

Sami is niet thuisgekomen.

Sami didn't come home.

Hoe laat ben je thuisgekomen?

What time did you come home?

Ik ben deze lente terug thuisgekomen.

I returned to my home this spring.

Vader is ongeveer tien minuten geleden thuisgekomen.

Father came home about ten minutes ago.

Hij is na lange tijd weer thuisgekomen.

He returned home after a long absence.

Ik ben bijna niet thuisgekomen voor Kerstmis.

I almost didn't come home for Christmas.

Hij is terug thuisgekomen na een langdurige afwezigheid.

He returned home after a long absence.

Tom is net een paar minuten geleden thuisgekomen.

Tom just got home a few minutes ago.

- Maria kwam juist thuis.
- Maria is zonet thuisgekomen.

Mary has just come home.

- Tom kwam laat thuis.
- Tom is laat thuisgekomen.
- Tom is laat thuis aangekomen.

- Tom came home late.
- Tom got home late.

- Hoe laat ben je thuisgekomen?
- Hoe laat ben je thuisgeraakt?
- Hoe laat kwam je thuis?

- What time did you come home?
- At what time did you arrive at your home?
- What time did you get home at?
- What time did you get home?

- Tom kwam laat thuis.
- Tom is laat thuisgekomen.
- Tom is laat thuis aangekomen.
- Tom kwam laat thuis aan.

Tom got home late.

- Hoe laat ben je thuisgekomen?
- Hoe laat ben je thuisgeraakt?
- Hoe laat kwam u thuis?
- Hoe laat kwam je thuis?

- What time did you get home at?
- What time did you get home?

- Hoe laat ben je thuisgekomen?
- Hoe laat ben je thuisgeraakt?
- Hoe laat bent u thuisgeraakt?
- Hoe laat kwam u thuis?
- Hoe laat kwam je thuis?

- What time did you get home at?
- What time did you get home?