Translation of "Weer" in French

0.008 sec.

Examples of using "Weer" in a sentence and their french translations:

- U weer?
- Jij weer?
- Jullie weer?

- Encore vous ?
- Encore toi ?

- U weer?
- Jullie weer?

Encore vous ?

Jij weer?

Encore toi ?

Nooit weer.

Jamais plus.

Verschrikkelijk weer.

Quel temps horrible !

U weer?

Encore toi ?

Weer salade?

Encore de la salade ?

- Tom hielp weer.
- Tom heeft weer geholpen.

Tom a de nouveau aidé.

- Doe je ogen weer toe.
- Doe uw ogen weer toe.
- Sluit je ogen weer.
- Sluit uw ogen weer.

- Fermez les yeux à nouveau.
- Ferme les yeux à nouveau.

- Wat een afschuwelijk weer!
- Wat een vreselijk weer!

Quel temps abominable !

- Ze heeft weer verloren.
- Zij heeft weer verloren.

Elle a encore perdu.

- Het weer is mild.
- Het weer is zacht.

Il fait doux.

Het weer verslechterde.

Le temps empira.

Mooi weer, toch?

Un temps magnifique, n'est-ce pas ?

Ik werk weer.

Je recommence à travailler.

- Doe je ogen weer toe.
- Doe uw ogen weer toe.
- Sluit je ogen weer.

Ferme les yeux à nouveau.

- Doe je ogen weer toe.
- Doe uw ogen weer toe.
- Sluit uw ogen weer.

Fermez les yeux à nouveau.

- Het is mooi weer.
- Het is mooi weer buiten.

Il fait beau.

- Het regent weer!
- Het is weer aan het regenen!

Il pleut de nouveau !

- Het sneeuwt weer.
- Het is weer aan het sneeuwen.

Il neige à nouveau.

- Het is weer aan het regenen.
- Het regent weer.

- Il pleut de nouveau !
- Il pleut encore !

- Doe uw ogen weer toe.
- Sluit uw ogen weer.

Fermez les yeux à nouveau.

- Het is mooi weer vandaag.
- Het is lekker weer vandaag.
- Vandaag is het mooi weer.

- Il fait beau aujourd'hui.
- Il fait beau temps aujourd'hui.
- Aujourd'hui, il fait beau.

- Het is weer aan het regenen.
- Het regent weer.
- Het is weer aan het regenen!

- Il pleut encore.
- Il pleut à nouveau.

- Gelukkig werd het weer beter.
- Gelukkig bleek het prima weer.

Heureusement, le temps vira au beau.

- Het is mooi weer vandaag.
- Vandaag is het mooi weer.

Il fait beau aujourd'hui.

Tom maakt elke dag een wandeling, weer of geen weer.

Tom se promène par tous les temps.

Weer er voorzichtig mee.

Il faut faire attention.

Eetbuien en weer uitbraken.

Je mangeais et vomissais.

Meteen weer naar beneden.

Pour redescendre illico.

Wat een prachtig weer.

Quel merveilleux temps !

Het was verschrikkelijk weer.

Le temps était horrible.

Hoe is het weer?

- Quel temps fait-il ?
- Comment est le temps ?
- Quel temps fait-il ?

Eindelijk werkt het weer.

Ça fonctionne finalement à nouveau.

Wat een afschuwelijk weer!

Quel temps de chien !

Ik ben er weer!

Me revoilà!

Het weer was prachtig.

Le temps était magnifique.

Wat een mooi weer!

Quel beau temps !

Ik ben weer thuis.

- Je suis de retour.
- Je suis revenu.
- Me revoilà.

Het is somber weer.

Le temps est maussade.

Ik moest weer liegen.

- J'ai dû mentir à nouveau.
- Il m'a fallu à nouveau mentir.

Tom is weer hier.

Tom est à nouveau ici.

Weer een dag voorbij.

Encore un jour de passé.

Het weer is grijs.

Le temps est gris.

Twitter is weer uitgevallen.

- Twitter est encore en panne.
- Twitter est encore en rade.

Mag ik weer komen?

Je pourrai revenir ?

Daar gaan we weer.

Tout recommence.

Ze is weer bezig.

Elle remet ça.

Weer een dag verloren!

Encore une journée de perdue !

Ik heb weer verloren.

J'ai encore perdu.

Hij heeft weer verloren.

Il a encore perdu.

Daar gaan we weer!

Nous y revoilà !

- Nu weet ik het weer.
- Nu herinner ik me het weer.

- Maintenant je me souviens.
- Maintenant je me rappelle.

- Het is weer aan het regenen.
- Het is weer aan het regenen!

Il pleut de nouveau !

- Het sneeuwt alweer.
- Het sneeuwt weer.
- Het is weer aan het sneeuwen.

Il neige à nouveau.

- De problemen zijn weer aan de orde.
- De problemen zijn er weer.

Les ennuis recommencent.

- Ik wil je morgen weer onderzoeken.
- Ik wil u morgen weer onderzoeken.

- Je veux t'examiner à nouveau demain.
- Je veux vous examiner à nouveau demain.

Het is weer gaan sneeuwen.

Il neige à nouveau.

Het weer is snel veranderd.

Regardez, le temps a bien changé.

Mijn bloedwaarden waren weer normaal,

ma numération globulaire était redevenue normale

Zo zie je maar weer.

Mais voilà. Mais voilà.