Translation of "Kat" in English

Kat!

You're it!

- Verdomde kat!
- Rotkat!
- Klote kat!

Fucking cat!

- Zoek de kat.
- Vind de kat.

Find the cat.

Arme kat.

Poor cat.

Laten we een kat een kat noemen.

Call a spade a spade.

- De kat is weggelopen.
- De kat rende weg.
- De kat is weggerend.

The cat ran away.

Ze heeft een kat. De kat is wit.

She has a cat. The cat is white.

Ze heeft een kat. Die kat is wit.

She has a cat. This cat is white.

Zij heeft een kat. De kat is wit.

She has a cat. The cat is white.

- Die kat is bruin.
- De kat is bruin.

The cat is brown.

Mijn kat blaft.

My cat barks.

Vind de kat.

Find the cat.

De kat spint.

The cat is purring.

De kat miauwde.

The cat meowed.

De kat eet.

The cat eats.

De kat slaapt.

- The cat is sleeping.
- The cat's asleep.
- The cat's sleeping.
- The cat is asleep.

Zoek de kat.

Find the cat.

- De kat eet.
- De kat is aan het eten.

The cat is eating.

- Ik heb de kat gered.
- Ik redde de kat.

I rescued the cat.

- De kat is heel lief.
- De kat is schattig.

The cat is adorable.

- Toms kat is ziek.
- Tom zijn kat is ziek.

- Tom's tomcat is sick.
- Tom's tom is sick.

- Een kat heeft twee oren.
- De kat heeft twee oren.

- The cat has two ears.
- A cat has two ears.

- Dit is de kat van Tom.
- Dit is Toms kat.

This is Tom's cat.

De kat drinkt melk.

The cat drinks milk.

De kat bleef miauwen.

The cat continued to mew.

Ik heb geen kat.

- I do not have a cat.
- I don't have a cat.

Het is mijn kat.

- This is my cat.
- It is my cat.

Mijn kat is nat.

My cat is wet.

Is dat een kat?

- Is that a cat?
- Is this a cat?

De kat is weggelopen.

The cat ran away.

Die kat is bruin.

That cat is brown.

De kat is zwart.

The cat is black.

De kat is bruin.

The cat is brown.

Waar is de kat?

- Where's the cat?
- Where is the cat?

Dat is mijn kat.

This is my cat.

De kat is nat.

The cat is wet.

Wat wil de kat?

What does the cat want?

Mijn kat volgt me.

My cat is following me.

Ik mis mijn kat.

I miss my cat.

De kat is lui.

The cat is lazy.

Een kat krabde me.

A cat scratched me.

Mijn kat is gelukkig.

My cat is happy.

Behandel de kat goed!

Please treat the cat well.

Er was geen kat.

- There was no cat.
- There weren't any cats.

Mijn kat heeft zonnebrand.

My cat has a sunburn.

De kat is twintig.

The cat is twenty years old.

De kat is schattig.

The cat is adorable.

Ik had een kat.

I had a cat.

Tom had een kat.

Tom had a cat.

Ik ben een kat.

- I'm a cat.
- I am a cat.

Wat een lelijke kat!

What an ugly cat.

Mijn kat heeft honger.

My cat is hungry.

Dat is Toms kat.

This cat is Tom's.

Deze kat is bruin.

This cat is brown.

Ik wil die kat.

I want that cat.

Heeft Tom een ​​kat?

- Does Tom have a cat?
- Has Tom got a cat?