Translation of "Januari" in English

- Vandaag is het twee januari.
- Vandaag is het de tweede januari.

- Today is January 2nd.
- Today is the second of January.

We wonen hier sinds januari.

We've been living here since January.

Van 5 tot 15 januari alstublieft.

From the 5th to the 15th of January, please.

Bij ons sneeuwt het in januari.

We have snow in January.

Op 25 januari zal hij terugkomen.

He'll return on the twenty-fifth of January.

Van 5 tot 15 januari alsjeblieft.

From the 5th to the 15th of January, please.

In januari was ik bij hem.

I was with him in January.

Galileo stierf op 8 januari 1642.

Galileo died on January 8, 1642.

Sam is in januari gaan skiën.

Sam went skiing in January.

Vandaag is het de tweede januari.

- Today is January 2nd.
- Today is the second of January.

Fadil werd een moslim in januari 1998.

Fadil became a Muslim in January 1998.

De eerste maand van het jaar is januari.

The first month of the year is January.

Januari is de eerste maand van het jaar.

January is the first month of the year.

Waar zal jij zijn op 1 januari 2016?

Where will you be on January 1st, 2016?

In januari bracht mijn leerling die een zelfmoordpoging had gedaan,

Last January, my student who attempted suicide

Ik moet mijn boeken van de bibliotheek terugbrengen voor 25 januari.

I've got to take my library books back before January 25th.

Mensen die tussen januari en maart geboren zijn, graag hier verzamelen.

People born in January, February, and March, please gather over here.

Op 27 januari 1945 werd Auschwitz door het Rode Leger bevrijd.

On January 27th, 1945, Auschwitz was liberated by the Red Army.

Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december.

January, February, March, April, May, June, July, August, September, October, November, December.

Het ruimtevaartuig New Horizons vloog op 1 januari 2019 langs het oude Kuipergordelobject Arrokoth.

The New Horizons spacecraft flew past the ancient Kuiper Belt object Arrokoth on Jan. 1, 2019.

De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december.

The months of the year are: January, February, March, April, May, June, July, August, September, October, November, December.

De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.

The months of the year are: January, February, March, April, May, June, July, August, September, October, November and December.

Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.

January, February, March, April, May, June, July, August, September, October, November and December are the twelve months of the year.