Translation of "Wonen" in English

- Ze wonen vlakbij.
- Ze wonen in de buurt.
- Ze wonen dichtbij.

They live nearby.

- Ze wonen vlakbij.
- Ze wonen in de buurt.

They live nearby.

Ze wonen daar.

They live there.

Ze wonen beneden.

They live downstairs.

Waar wonen ze?

- Where do they live?
- Where are they living?

We wonen samen.

We live together.

Waar wonen jullie?

Where do you guys live?

Wij wonen hier.

We live here.

Wonen jullie alleen?

Do you live alone?

Wonen jullie hier?

Do you live here?

- Wil je in Mumbai wonen?
- Wilt u in Mumbai wonen?

Do you want to live in Mumbai?

- We wonen allebei in Australië.
- We wonen beiden in Australië.

We both live in Australia.

Waar wonen jullie allemaal?

Where do you all live?

We willen hier wonen.

We want to live here.

Waar wil je wonen?

- Where do you want to live?
- Where do you wanna live?

Ze wonen in Belfast.

They live in Belfast.

Waar wonen je ouders?

Where do your parents live?

Wij wonen in Frankrijk.

We live in France.

We wonen in Australië.

We live in Australia.

Wij wonen in Duitsland.

We live in Germany.

Zij wonen in Duitsland.

They live in Germany.

Wij wonen in Oekraïne.

We live in Ukraine.

Wonen jullie in Noorwegen?

Do you guys live in Norway?

Zij wonen in Oekraïne.

They live in Ukraine.

Wij wonen in Noorwegen.

We live in Norway.

Zij wonen in Marokko.

They live in Morocco.

Wij wonen in Marokko.

We live in Morocco.

We wonen in Djibouti.

We live in Djibouti.

We wonen in Colombia.

We live in Colombia.

Wij wonen in Uruguay.

We live in Uruguay.

We wonen op aarde.

We live on Earth.

Ga je hier wonen?

Will you start living here?

We wonen in Boston.

We live in Boston.

- We wonen allen in dezelfde buurt.
- We wonen allemaal in dezelfde buurt.

We all live in the same neighborhood.

- Twintig families leven hier.
- Hier wonen twintig families.
- Hier wonen twintig gezinnen.

Twenty families live here.

Wij wonen tenslotte in Cairns

After all, we live in Cairns,

We wonen hier sinds juli.

We've been living here since July.

Mijn ouders wonen in Kioto.

My parents live in Kyoto.

Dieren wonen in het bos.

Animals inhabit the forest.

Ze wonen in deze stad.

They live in this town.

Ik wil in Italië wonen.

I want to live in Italy.

We wonen onze lessen bij.

We attend our classes.

Ze wonen elke les bij.

They attend every class.

Ik wil in Australië wonen.

I want to live in Australia.

Willen jullie in Duitsland wonen?

Do you want to live in Germany?

Zij wonen in een huis.

They live in a house.

Hij weet waar we wonen.

He knows where we live.

Ik wil in Boston wonen.

I want to live in Boston.

We wonen in een huis.

We live in a house.

Zij wonen in Helsinki, Finland.

They live in Helsinki, Finland.

Ik ga in Namibië wonen.

I'm going to live in Namibia.

We wonen hier al lang.

We've lived here for a long time.

In Japan wonen is duur.

It is expensive to live in Japan.

Waar wonen Mary en Tom?

Where do Mary and Tom live?

Ik wil bij jou wonen.

I want to live with you.

Ik wil op Antarctica wonen.

I want to live in Antarctica.

Tom wou in Boston wonen.

Tom wanted to live in Boston.

Ik wil in Tampa wonen.

I want to live in Tampa.

We wonen in New York.

We live in New York.

Ik wil niet alleen wonen.

I don't want to live all by myself.

Wonen jullie in dit gebouw?

Do you live in this building?

Ik wil in India wonen.

I want to live in India.

We wonen hier sinds januari.

We've been living here since January.

Veel esperantisten wonen in Hongarije.

- Many esperantists live in Hungary.
- Many Esperanto speakers live in Hungary.