Translation of "Hem" in Chinese

0.032 sec.

Examples of using "Hem" in a sentence and their chinese translations:

- Volg hem.
- Volg hem!

跟著他走。

- Je onderschat hem.
- U onderschat hem.
- Jullie onderschatten hem.
- Je doet hem te kort.

你別小看了他。

- Laat hem vrij.
- Laat hem vrij!

放开他。

- Geloven jullie hem?
- Geloof je hem?

你相信他嗎?

Iedereen die hem kende bewonderde hem.

每一個認識他的人都愛慕他。

- Ze omhelsde hem.
- Ze knuffelde hem.

她抱了他。

Pak hem.

抓住他。

Grijp hem.

抓住他。

Vergeet hem.

忘記他吧。

Volg hem.

跟着他。

- Iedereen houdt van hem.
- Iedereen mag hem.

大家都喜欢他。

- Ze schold hem uit.
- Ze beledigde hem.

她侮辱了他。

- Ik heb hem opgebeld.
- Ik belde hem.

我打电话给他。

- Laat hem alleen.
- Laat hem met rust.

让他一个人待着。

- Ze is met hem getrouwd.
- Ze trouwde hem.

她嫁给了他。

- Ik ga hem neerschieten.
- Ik ga hem neerknallen.

我要把他射下來。

Ik ken hem.

我認識他。

Ze verachtte hem.

她看不起他。

Ze haatte hem.

她恨他。

We missen hem.

我们想他。

Behandel hem goed.

對他好一點。

Ik mis hem.

我想念他。

Laat hem binnen.

让他进来。

We kennen hem.

我們認識他。

Ik belde hem.

我打电话给他。

Ze trouwde hem.

她嫁给了他。

Kent u hem?

你认识他吗?

Ze masseerde hem.

她给他做了个按摩。

Ze sloeg hem.

她打了他。

Ze vertrouwt hem.

她相信他

Geloof hem niet.

不要相信他。

Laat hem alleen.

让他一个人待着。

- Ik zette mij naast hem.
- Ik zat naast hem.

我坐在他旁边。

- Ik heb hem gisteren ontmoet.
- Ik ontmoette hem gisteren.

- 我昨天遇到他了。
- 我昨天碰到他了。
- 我昨天与他见面了。

Als je hem niet helpt, lukt het hem niet.

你要是不幫他,他做不到的。

- Hoor je vaak van hem?
- Hoort u vaak van hem?
- Horen jullie vaak van hem?

你常常收到他的音訊嗎?

- Op hem kan je rekenen.
- Je kan op hem vertrouwen.

你可以依靠他。

- Ik wil met hem spreken.
- Ik wil met hem praten.

我想跟他說話。

- Heb je hem niks gezegd?
- Heb je hem niets gezegd?

你什么都没跟他说?

- Ik heb hem gisteren getelefoneerd.
- Ik heb hem gisteren gebeld.

我昨天打電話給他。

Bob zag hem opnieuw.

鮑勃看到他了。

Betty heeft hem gedood.

Betty杀了他。

Ze noemen hem Jim.

他们叫他吉姆。

Ik noem hem Mike.

- 我叫他麦克。
- 我叫他邁克。

Stel hem niet teleur.

别让他失望。

Ik heb hem gezien.

我确实看见他了。

We kennen hem niet.

我们不认识他。

Breng hem naar binnen.

带他进来。

Ik zie hem morgenmiddag.

我明天下午见他。

Ontmoet je hem vaak?

你常常跟他見面嗎?

Iedereen houdt van hem.

大家都喜欢他。

Ik sta achter hem.

我在他後面。

Ik hou van hem.

- 我喜欢他。
- 我爱她。

Ik mag hem niet.

我不喜欢他。

Ik ga hem helpen.

我会帮他。

Ik vind hem leuk.

我喜欢他。

Ik ga hem neerschieten.

我要(用枪)打死他。

Dat raakt hem niet.

那並沒有打擊到他。

Ik bezocht hem gisteren.

我昨天去见他了。

Ze heeft hem gebeten.

她咬了他。

Ik gaf hem snoep.

我送给他糖果。

- Ik heb met hem te doen.
- Ik heb het hem gevraagd.
- Ik heb het aan hem gevraagd.

我問過他。

- Ik zal hem berispen.
- Ik ga hem op zijn sodemieter geven.

我會責備他。

Ik heb van hem gehoord maar ik ken hem niet persoonlijk.

我聽說過他,但是沒有親眼見到過。

- Ik was teleurgesteld in hem.
- Dat viel me tegen van hem.

我对他失望了。

- Ze doodde hem met een mes.
- Ze vermoordde hem met een mes.

她用一把刀杀死了他。

- Heb je hem pas leren kennen?
- Hebt ge hem onlangs nog ontmoet?

你最近看過他嗎?

Een zwerm muggen volgde hem.

蚊群跟着他。

Laat hem het niet aanraken.

不要让他碰它。

Ze vond hem niet leuk.

她不喜歡他。

Ik gaf hem een oorvijg.

我摑了他的臉。

Ik kan hem nergens vinden.

我在哪儿都没找到他。

Ik heb hem gisteren gebeld.

我昨天打電話給他。

Hebt ge hem zien buitengaan?

你看到他出去了嗎?

Breng hem naar mij toe.

把他给我带过来。

Ik weet niets over hem.

我不知道任何有關他的事。

Ik heb vertrouwen in hem.

- 我信赖他。
- 我信任他。

Ik betaalde hem vijf dollar.

我付了他五塊美元。

Zij is alles voor hem.

她是他的一切。

Je zou hem moeten bedanken.

你应该感谢他。

Sla hem in de boeien.

把他铐上。