Translation of "Douchen" in English

0.017 sec.

Examples of using "Douchen" in a sentence and their english translations:

Ik ga douchen.

I'm going to take a shower.

Ik moet douchen.

I need to take a shower.

Sami was aan het douchen.

Sami was showering.

Douchen Tom en Maria iedere dag?

Do Tom and Mary shower every day?

Ik ben gewoon 's morgens te douchen.

I am in the habit of taking a shower in the morning.

Douchen met twee, spaart water en tijd.

Showering as a couple saves water and time.

- Mary was aan het douchen toen Tom wakker werd.
- Toen Tom wakker werd, was Mary aan het douchen.

When Tom woke up, Mary was taking a shower.

- Ik moet onder de douche.
- Ik moet douchen.

I need to take a shower.

Ik was aan het douchen toen hij binnenkwam.

I was taking a bath when he came.

Ik ga douchen en scheren. Dan trek ik een pak aan.

I'll have a shower and shave, and I'll put on a suit.

- Ik was toen aan het douchen.
- Ik stond toen onder de douche.

I was taking a shower then.

- Staan jullie nog onder de douche?
- Zijn jullie nog aan het douchen?

Are you still in the shower?