Translation of "Aankleden" in English

0.002 sec.

Examples of using "Aankleden" in a sentence and their english translations:

Aankleden!

Get dressed!

Aankleden.

Get dressed.

- Kleed je aan!
- Aankleden!

Dress up!

Ik moet me aankleden voor school.

I've got to get dressed for school.

Waarom moet ik me netjes aankleden?

Why do I have to dress up?

Ik ben me nog aan het aankleden.

I'm still getting dressed.