Examples of using "نعرفه" in a sentence and their dutch translations:
We kennen hem niet.
We kennen hem.
We kennen hem niet.
We kennen hem niet.
Dit is wat we willen weten.
we weten dat heel veel volwassenen in Canada
Maar wat we wél weten, is dat dit een hele oude relatie is.
We weten meer over andere planeten dan over die van onszelf