Examples of using "تقود" in a sentence and their dutch translations:
Betty rijdt snel.
Van het ene woord kwam het andere.
Een oude vrouw rijdt in haar auto
Het is gevaarlijk om zo snel te rijden.
- Kun je autorijden?
- Kan je rijden?
- Kunnen jullie rijden?
- Kunt u rijden?
Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
- Kunt u autorijden?
- Kun je autorijden?
- Kun je autorijden?
- Weet je hoe je een auto moet besturen?
Wie weet waar deze tunnels uitkomen.