Examples of using "امرأة" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben een vrouw.
Maria is een vrouw.
een man, een vrouw,
Ik hoorde een vrouw schreeuwen.
Ik ben een sterke vrouw.
Een oude vrouw rijdt in haar auto
Ik ben een vrouw.
Sami trouwde met een moslimvrouw.
mannen, vrouwen, kinderen, ouderen --
Ik kwam een oude vrouw tegen.
Sami wilde met een moslimvrouw trouwen.
Er was eens een vrouw die Margaret heette.
214 miljoen vrouwen in armere landen