Examples of using "أفعل" in a sentence and their dutch translations:
Wat doe ik?
Wat zal ik met haar brief doen?
Wat moet ik doen?
Wat denk je dat ik aan het doen was?
Maar dat heb ik niet gedaan.
Wat kan ik doen?
Wat moet ik doen?
Ik weet niet wat ik moet doen.
Waarom doe ik dat niet?
Wat moet ik doen?
Wat moet ik doen?
Ik ben niet in staat om dat te doen.
Je vraagt mij het onmogelijke te doen.
Wat gebeurt er als ik niets doe?
"Tom, wat ben je aan het doen?" "Hoe ziet het eruit?"
Waarom deed ik dat deze keer wel?
doen wat ik ermee wilde, en mijn resultaten voorspellen.
- Ik kan het niet.
- Ik kan niet.
- Ik kan het niet doen.
Het was niet mijn bedoeling dat te doen.
Ik pakte mijn camera weer... ...en begon datgene te doen waarvan ik hou.
Wat moet ik doen, nu ik me aangemeld heb?