Translation of "أضعت" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "أضعت" in a sentence and their dutch translations:

أضعت طريقي.

Ik ben de weg kwijt.

أضعت مفتاحي.

- Ik ben mijn sleutel verloren.
- Ik ben mijn sleutel kwijtgeraakt.
- Ik ben mijn sleutel kwijt.
- Ik heb mijn sleutel verloren.

أضعت مفاتيحي.

Ik heb mijn sleutels verloren.

أضعت رقم هاتفك.

Ik ben je telefoonnummer kwijtgeraakt.

لو سمحت، أضعت طريقي.‏‏

- Pardon, ik ben verdwaald.
- Excuseer me, ik ben de weg kwijt.

- فقدت محفظتي.
- أضعت محفظة نقودي.

- Ik heb mijn portemonnee verloren.
- Ik heb mijn portefeuille verloren.

أضعت الساعة التي أعطاني إياها والدي.

Ik heb het horloge verloren dat mijn vader mij gegeven heeft.

عندما عدت إلى المنزل ، اكتشفت أني أضعت محفظتي.

Toen ik thuiskwam, merkte ik dat ik mijn portemonnee verloren had.