Examples of using "Tut" in a sentence and their dutch translations:
Pak mijn hand.
Pak dat.
- Hou je warm.
- Houd u warm.
- Blijf warm.
- Bewaar het warm.
- Hou ze bij.
- Hou ze.
- Bewaar ze.
Hou afstand.
Pak dit.
Let op je tong!
Pak de bodem.
- Hou je vast.
- Zet je schrap.
Hou het touw vast.
- Pak hem!
- Grijp hem!
- Hou het kort.
- Houd het kort.
Neem een taxi naar het hotel.
Hou het raam dicht.
Zorg dat hij gelukkig blijft.
- Houd Tom bezig.
- Hou Tom bezig.
- Hou uw ogen open.
- Houd je ogen open.
- Houd uw ogen open.
Hou me op de hoogte.
Laat de deur toe.
- Houd hen stil.
- Hou hen stil.
Doe een wens.
Hou de vaas met beide handen vast.
Blijf van mijn typemachine.
Hou de baby erg voorzichtig vast.
Hou je kamer zo netjes als je kan.
Hou dat ding weg bij mij.
- Let op de deur.
- Houd de deur in de gaten.
Hou het geheim.
Houd in gedachten wat je gaat zeggen, niet wat je denkt.
Vergeet niet dat roken niet goed voor je gezondheid is.
Als je iets belooft, houd je er dan aan.