Examples of using "Onları" in a sentence and their dutch translations:
- Ik zag hen.
- Ik heb hen gezien.
...kan hij ze doden.
Ik zie ze.
Ik heb ze niet gekocht.
We zullen ze verslaan.
Ik moet hen waarschuwen.
We moeten ze waarschuwen.
- Maak ze wakker.
- Maak hen wakker.
- Ik zal ze bellen.
- Ik bel ze.
- Ik ga ze bellen.
Ik hou van hen.
Hou ze tegen.
- Hou ze bij.
- Hou ze.
- Bewaar ze.
Ik heb hen gezien.
Ik ken hen.
- Ik zou ze niet verwijten.
- Ik zou ze de schuld niet geven.
We zullen hen missen.
Geef mij die maar.
Ik had hen moeten waarschuwen.
Ik schoot ze neer.
Ik ging hem neerschieten.
- Red ze.
- Red hen.
Ik kan hen niet beschermen.
Ik kan hen beschermen.
- Maak ze vrolijk.
- Vermaak ze.
Vergeef hen.
- Bel ze.
- Bel ze op.
- Roep ze.
Vergeet ze maar.
Ik kan hen niet verslaan.
Dood ze.
We probeerden ze te waarschuwen.
omdat je ze niet kan meten.
Je projecteert ze op de wereld.
dat de maatschappij hen niet wil,
Ik wilde ze niet aan het lachen maken.
Hij kan ze niet middels zicht vangen.
Maar ze bang maken?
- We kennen hen.
- We weten wie ze zijn.
Ik wil ze levend.
Laat ze niet alleen.
Geef ze aan me!
- Volg ze gewoon.
- Volg ze maar.
Zorg dat ze gelukkig blijven.
Waar heb je ze weggegooid?
Waar heb je ze geplant?
Waar ben je ze vergeten?
Waar heb je hen de borst gegeven?
Kun je ze zien?
- Ik wil ze hebben.
- Ik wil ze.
Negeer hun.
Horen jullie ze?
Kan je hen dat kwalijk nemen?
Misschien heb ik ze beetgenomen.
Vind je het leuk?
Hij houdt van ze.
Grijp ze zolang je kunt.
Laat hen met rust.
Ik jaag ze hier niet weg.
Ik zag ze kussen.
Geef ze hem.
Volg hen dichtbij.
Hij houdt van ze.
We moeten ze waarschuwen.
Ik zal ze zeker missen.
Iedereen kent hen.
We zullen op ze wachten.
- Stuur ze naar mij.
- Stuur ze naar mij toe.
- Stuur ze naar me toe.
Wil je ze?
Wie heeft hen gevonden?
Ik ken ze persoonlijk.
- Kunnen jullie ze niet tegenhouden?
- Kan je ze niet tegenhouden?
- Kunt u ze niet tegenhouden?
- Ik weet dat je hen niet kan stoppen.
- Ik weet dat je hen niet kan ophouden.
Wie heeft hen neergeschoten?
Waarom schoot je hen neer?
Laat ze vrij.
We zullen ze niet meer zien.
Ik zie ze niet meer.
Herinner je je hen niet?
Tom vindt ze niet leuk.
- Houd hen stil.
- Hou hen stil.
- Ik wil ze niet storen.
- Ik wil hen niet onderbreken.
We hebben hen gevonden.
- Ik was aan het proberen hen te vinden.
- Ik probeerde hen te vinden.
Ik moet ze vinden.
Ik zei dat we ze zouden vinden.
- Stel ze gerust.
- Troost ze.
Laten we ze boycotten.
- Ik kan het niet geloven dat je ze verdedigt.
- Ongelofelijk, dat je ze verdedigt.