Examples of using "Restoranda" in a sentence and their dutch translations:
Ik zag Tom in het restaurant.
Ze aten in een restaurant.
We dineerden in een restaurant.
Roken is verboden in dit restaurant.
Ik wil in een restaurant dineren.
Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.
Ik heb ze gisteren toevallig in een restaurant ontmoet.
Ik ontmoette mijn leraar per toeval in het restaurant gisteravond.
Hebt ge goed gegeten in het restaurant?
Ik heb gisteravond toevallig mijn leerkracht ontmoet in een restaurant.
- Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
- Ik kan het mij niet veroorloven in zo een duur restaurant te eten.
Vandaag ging ik bij een restaurant lunchen.
- Ik kan het mij niet veroorloven om in zo'n duur restaurant te eten.
- Ik kan het mij niet veroorloven in zo een duur restaurant te eten.