Examples of using "Akşam" in a sentence and their dutch translations:
Avondeten!
Het wordt nacht.
Gisteravond heeft Tom geen avondeten gegeten.
Het is etenstijd.
Ik heb nog geen avondeten gegeten deze avond.
Het is etenstijd.
- Het diner was geweldig.
- Het avondeten was geweldig.
Ik vertrek vanavond.
Ik ben elke avond thuis.
Het is etenstijd.
Het avondeten is klaar.
Ik zal lunchen.
Ik kan vanavond niet werken.
Het avondeten is klaar.
Ik neem aan dat Tom met ons zal dineren vanavond.
Het avondeten is bijna klaar.
- Laat ons vanavond niet over je werk praten.
- Laten we vanavond niet over je werk praten.
Het avondeten is bijna klaar.
Wij eten altijd om zes uur 's avonds.
En dan kunnen we vanavond eten.
Ik bel je vanavond op.
Die avond was ze naar het concert geweest.
Ze vermaakten ons tijdens het avondeten.
- Telefoneer mij deze avond.
- Bel me vanavond.
- Ik heb het diner gekookt.
- Ik kookte het diner.
Vanmiddag ben ik vrij.
Ga je dineren?
Het diner ruikt heerlijk.
- Wat gaat u vanavond doen?
- Wat gaan jullie vanavond doen?
- Wat ga je vanavond doen?
Hij kwam laat in de avond thuis.
Waar zullen we vanavond eten?
Waar zullen we vanavond eten?
- Ik heb uw avondeten voor u in de oven laten staan.
- Ik heb je avondeten voor je in de oven laten staan.
Bedankt voor het eten.
Is zij vrij vanavond?
Vanavond gaan we naar de kerk.
Wat gaan jullie vanavond doen?
Soms maak ik eten.
- Telefoneer mij deze avond.
- Bel me vanavond.
Het heeft gisteravond geregend.
Ze soupeert.
Wat is er afgelopen nacht gebeurd?
Vanavond gaan we naar de kerk.
Ik liet mijn zoon het avondeten klaarmaken.
- Het gaat vanavond regenen.
- Vanavond gaat het regenen.
Ik ga vanavond tennissen.
Het avondeten was zo lekker.
Ze krijgen vanavond gasten te eten.
's Avonds ga ik om tien uur naar bed.
Ik heb al gedineerd.
Ze maakt het avondeten klaar.
Een avondkleding is gewenst.
- Tom heeft het avondmaal klaargemaakt.
- Tom heeft het diner bereid.
Het evenement begint om 18 uur.
Het is verschrikkelijk koud deze avond.
Tom was te laat voor het avondeten.
Ik heb haar laat in de avond ontmoet.
Wat heb je gisteravond gegeten?
Is de supermarkt vanavond open?
Gaan jullie thuis dineren?
- Je mag na het eten niet naar buiten.
- Je mag na het avondeten niet naar buiten.
Komt hij vanavond?
Kom morgen naar mijn concert.
Ik wil vanavond pizza eten.
We kunnen het vanavond bezorgen.
Ik speel gitaar voor het avondeten.
- Wanneer eet je het avondeten?
- Wanneer dineer je?
Vanavond gaan we naar de kerk.
Ik heb mijn buren uitgenodigd voor het avondmaal.
Na het eten studeerde ze Japans.
Mijn vader komt vanavond op tv.
Mijn moeder is bezig het avondeten te koken.
Ik heb opgemerkt dat je jouw avondeten niet hebt opgegeten.
- Tom en Maria zitten aan het avondmaal.
- Tom en Maria dineren.
We dineerden in een restaurant.
Waarom neem je me nooit mee uit dineren?
Ik zal vanavond geen tijd hebben.
Ik was met Tom aan het dineren.
Het vliegtuig vertrekt om 17.30 uur.
- Wat wil je voor het diner?
- Wat wil je voor het avondeten?
- Hebt ge al middageten gehad?
- Hebt ge al gegeten deze middag?
Ik wil je mee uit eten nemen.
We nodigden hen uit voor het avondeten.
We hadden net avondeten.
We sluiten om 7 uur in de namiddag.