Examples of using "Tom'u" in a sentence and their dutch translations:
- Vergeet Tom maar.
- Je kunt Tom vergeten.
- Je onderschat Tom.
- U onderschat Tom.
- Jullie onderschatten Tom.
Volg Tom.
Ik moet Tom bellen.
Ik moet Tom vinden.
- Luister naar Tom.
- Hoor Tom aan!
Ik ken Tom niet.
Je kunt Tom niet ontslaan.
Waarschuw Tom.
Haal Tom.
Wij willen Tom.
- We wilden Tom.
- Wij wilden Tom.
Ik geef Tom de schuld.
Neem Tom.
Verlaat Tom.
Vergeet Tom.
Vind Tom.
Troost Tom.
Ik kan Tom niet beschermen.
Ik kan Tom beschermen.
- Ze gingen Tom schieten.
- Ze gingen Tom doodschieten.
Ik ben niet jaloers op Tom.
Ik moet Tom bellen.
Ik moet Tom gaan halen.
Ik moet Tom waarschuwen.
Ik heb Tom laten huilen.
Ik bracht Tom aan het lachen.
Ik heb Tom nooit gekend.
- Ik ben op zoek naar Tom.
- Ik zoek Tom.
We kunnen Tom niet vinden.
- Beschrijf Tom.
- Omschrijf Tom.
Laten we Tom applaus geven.
Bel Tom.
Vang Tom.
Vergeef Tom.
Maak Tom blij.
Kus Tom.
Red Tom.
Stop Tom.
- Kijk naar Tom.
- Let op Tom.
- Je maakt Tom van streek.
- Jullie maken Tom van streek.
Ik vond Tom leuk.
Ik zie Tom.
Ik wil Tom.
Ik neem Tom.
We zullen Tom meebrengen.
Ik zag Tom.
Ik kan Tom nemen.
Ik vind Tom niet leuk.
Ik begrijp Tom niet.
Ik luisterde naar Tom.
Ik kon Tom niet horen.
Ik kon Tom niet stoppen.
Je moet Tom beschermen.
Wij kunnen Tom beschermen.
Ik raad Tom aan.
Maak Tom wakker!
We moeten op Tom wachten.
- Iedereen houdt van Tom.
- Iedereen vindt Tom aardig.
Breng Tom hier weg.
Hoe ken je Tom?
- Ik mag Tom helemaal niet.
- Ik vind Tom helemaal niet leuk.
Ik denk dat je Tom even moet bellen.
Ik heb Tom van diefstal beticht.
Ze namen Tom in dienst.
Hou jij van Tom?
Mary sloeg Tom.
- Ze lieten Tom achter.
- Ze lieten Tom in de steek.
Ga Tom zoeken.
Mis je Tom niet?
Neem Tom mee naar huis.
Negeer Tom.
Iedereen houdt van Tom.
Hoe ken je Tom?
- Ken je Tom?
- Kent u Tom?
- Kennen jullie Tom?
Geef je Tom de schuld?
Heb je Tom gewaarschuwd?
- Heb je Tom vermoord?
- Heeft u Tom vermoord?
- Hebben jullie Tom vermoord?
- Heb je Tom gedood?
- Heeft u Tom gedood?
- Hebben jullie Tom gedood?
- Heb je Tom gevonden?
- Heeft u Tom gevonden?
- Hebben jullie Tom gevonden?
Kan u Tom zien?
Waar heb je Tom gevonden?
Wat heeft Tom gedood?
Ik ken Tom persoonlijk.
- Ik dacht dat je om Tom gaf.
- Ik dacht dat u om Tom gaf.
Ik zal Tom naar huis brengen.
Ik hou van Tom.
Ik zou Tom graag wurgen.
Ik kan Tom niet overtuigen.
Ik wil alleen Tom.
Ik wil Tom niet laten wachten.
Ik kan Tom niet gelukkig maken.
- Houd Tom bezig.
- Hou Tom bezig.