Translation of "Giymek" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Giymek" in a sentence and their dutch translations:

Bunu giymek isterim.

Ik zou het leuk vinden als je dit draagt.

Anne! Bunu giymek istemiyorum.

- Mam, ik wil dit niet aantrekken.
- Mama, ik wil dit niet aan!

Anne, bunu giymek istemiyorum.

Mam, ik wil dit niet aantrekken.

O, ayakkabılarını giymek için durdu.

Hij is gestopt om zijn schoenen aan te doen.

Okulda, okul üniforması giymek zorundayız.

We moeten een uniform dragen op school.

O ayakkabılarını giymek için eğildi.

Hij boog voorover om zijn schoenen aan te doen.

Tom ayakkabılarını giymek için durdu.

Tom stopte om zijn schoenen aan te trekken.

Ayakkabıyı çorap olmadan giymek hoşuma gidiyor.

Ik hou er niet van schoenen zonder sokken te dragen.

Bu kazak çıkarmak ve giymek için rahat.

Deze trui is makkelijk om aan en uit te trekken.

Tom annesinin Noel için ona aldığı gömleği giymek istemedi.

Tom wilde het hemd niet dragen dat zijn moeder hem voor Kerstmis had gegeven.