Examples of using "Brown" in a sentence and their dutch translations:
Meneer Brown is op zoek naar zijn bril.
Meneer Brown is onze leraar Engels.
Laat me je voorstellen aan meneer Brown.
Hij staat op goede voet met meneer Brown.
Een dokter onderzocht meneer Brown.
Meneer Brown heeft altijd een boek bij zich.
Kan ik met mevrouw Brown praten?