Examples of using "Bilir" in a sentence and their dutch translations:
Wie weet?
Allah weet.
- God mag het weten.
- Wie weet.
Wie weet.
Alleen God weet het.
Zelfs mijn moeder weet het.
Iedereen kent iedereen.
Iedereen weet dat.
Iemand weet dat.
Iedereen kent onze namen.
- Joost mag het weten.
- Joost mag weten waarom.
Hij weet dat.
- Ken jij Engels?
- Kun je Engels?
Bent u op de hoogte van de regels?
Iedereen kent de wet.
Iedereen kent zijn naam.
Iedereen weet het.
Ken je dat gevoel?
Hij weet alles.
Hij verstaat de kunst om vrienden te maken.
Hij weet hoe hij een kameel moet berijden.
Hij kent zijn eigen belang.
- Mijn grote broer kan rijden.
- Mijn oudere broer kan autorijden.
Ze kent veel spreekwoorden.
Zijn moeder spreekt Italiaans.
Tom kent de staatssecretaris.
Tom kent ons systeem.
- Doe wat je wilt.
- Doe wat je wil.
- Alleen Obama weet dat.
- Dat weet enkel Obama.
Dat weet een klein kind.
Iedereen kent zijn naam.
Sami weet waar ik ben.
Ze kent me.
Papa weet wat hij doet.
Hij weet wie ik ben.
Tom kent enkele woorden in het Frans.
Mijn moeder weet hoe je taarten maakt.
Tom kent een aantal goocheltrucs.
- Tom weet de naam van de hond van Maria.
- Tom kent de naam van Maria's hond.
Tom weet dat Maria van reggae houdt.
Wie weet wat de toekomst brengt?
Wie weet wat er morgen gebeurt.
Weet hij iets?
Weet je hoe je kip moet bereiden?
- Hij kent de streek als zijn broekzak.
- Hij kent de streek op zijn duimpje.
Wie weet welke verrassingen zich nog meer verbergen...
Hij weet veel van bloemen.
Alle jongens en meisjes kennen Columbus.
Kan hier iemand Frans spreken?
Hij weet veel over dieren.
Tom en Mary zijn daar al van op de hoogte.
- Tom kan Russisch spreken.
- Tom kent Russisch.
Tom kent de hoofdstad van elk land ter wereld.
Weinig studenten kunnen Latijn lezen.
Iedereen weet dat deze chemische stof schadelijk is voor de mens.
Wie weet wat voor uitdagingen... ...de jungle morgen nog voor ons in petto heeft.
Welke geheimen zullen we nog ontdekken...
Ze worden zelden gezien en weinig mensen weten dat ze bestaan.
Iedereen weet dat.
Een wijze leider weet wanneer hij volgen moet.
Zelfs een klein kind kent zijn naam.
- Hij kent de streek als zijn broekzak.
- Hij kent de streek op zijn duimpje.
Hij weet waar we wonen.
Het is zo'n oud lied dat iedereen het kent.
Hij kent Duits en Frans, om maar niet te zwijgen van Engels.
Tom weet het.
Wie weet wanneer Toms verjaardag is?
Tom kent de hoofdstad van elke staat in de Verenigde Staten.
- Wie weet wat er de komende weken misschien wel gebeurt.
- Wie weet wat er de komende weken gebeurt.
De dokter is bij iedereen in het dorp bekend.
Iederen weet dat zij alles gedaan heeft wat ze kon voor haar kinderen.
Iedereen kan zijn eigen naam schrijven.
Ze weten waar Tom is.
Tom weet dat Maria gelogen heeft.
Deze hartklep hoort 30 jaar mee te gaan; we zullen zien.
Hij die veel leest en veel wandelt, ziet veel en weet veel.
Hij weet veel over wilde dieren.
- Wie weet, misschien is Kerstmis in Boston toch niet zo slecht.
- Wie weet, misschien valt Kerst in Boston wel mee.
Wie weet waarom Tom dat deed?
De spinnen die in deze webben leven... ...moeten ook eten. Wie weet wat we hier vinden.
Duitsland weet dat het een langdurige uitputtingsslag zal verliezen tegen de geallieerden, die over meer middelen beschikken.
Hij weet hoe hij de Koran moet reciteren.
Wie weet welke verrassingen het donker ons biedt tijdens een nacht op aarde? Ondertiteld door: Bianca van der Meulen