Examples of using "Tanrı" in a sentence and their dutch translations:
God bestaat.
God is slecht.
God is groot.
- God mag het weten.
- Wie weet.
- God beware de koningin.
- God bescherme de koningin.
- God bestaat niet.
- Er is geen God.
God zegene Amerika.
God dobbelt niet!
God redde de koningin.
God maakt geen fouten.
Is er een God?
God zegene Tatoeba!
Alleen God is perfect.
God schere de koningin!
God zij met ons.
God is het moe van ons te houden.
- God bestaat.
- God is.
Hou daar in godsnaam mee op!
Allah is groot!
“God zegen je!” “Ik ben atheïst.”
- God schiep deze wereld in zes dagen.
- God schiep de wereld in zes dagen.
God bestaat, maar hij vergat het wachtwoord.
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
God heeft de wereld geschapen.
Alleen God weet het.
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
Toen ik me verlaten had moeten voelen door God,
En hoe zit het met de ultieme daad van God,
Tom weet het verschil niet tussen God en de Duivel.
Volgens de Bijbel schiep God de wereld in zes dagen.
Als God niet bestond, zouden we hem moeten verzinnen.
Hoe hebt ge in godsnaam zo iets kunnen doen?
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
zo genoemd vanwege de gewaagde belofte dat God wil dat je voorspoed hebt.
Er zijn mensen in de wereld die zo'n honger hebben, dat God alleen in de vorm van brood aan hen kan verschijnen.
- God zegene jullie!
- God zegene u!
- God zegene je!
Gisteren werd ik een god, maar ik vond dat te vervelend, dus vandaag werd ik een duivel.