Examples of using "Bekledim" in a sentence and their dutch translations:
- Ik wachtte.
- Ik heb gewacht.
Ik heb tien minuten lang gewacht.
- Ik wachtte drie uur.
- Ik heb drie uur gewacht.
Ik hield de adem in en wachtte.
- Ik heb een tijdje gewacht.
- Ik wachtte een tijdje.
Ik heb lang op haar gewacht.
Ik heb een uur op haar gewacht.
- Ik denk dat ik te lang gewacht heb.
- Ik denk dat ik te lang heb gewacht.
Ik heb drie uur gewacht.
Ik heb meer dan drie uur gewacht.
Ik heb uren gewacht, maar ze kwam niet.
Ik stopte, en wachtte tot de auto voorbij was.
Ik heb meer dan twee uur gewacht.
Ik wachtte een uur, maar hij kwam niet opdagen.
Ik heb al twee uur gewacht, ik kan niet nog langer wachten.
Ik heb mijn man tot na middernacht opgewacht.
Ik heb twee uur in de sneeuw gewacht op de bus.
Ik wachtte een uur op hem op het station, maar hij kwam niet opdagen.
Ik heb drie uur op Tom gewacht, maar hij kwam gewoon niet.
Ik heb drie uur op Tom gewacht maar hij liet zich niet zien.
Ik heb het hele weekend gewacht op een belangrijk telefoontje.