Examples of using "Fazla" in a sentence and their dutch translations:
Denk er niet te veel over na.
Je bent te mager. Je zou meer moeten eten.
Ik had meer moeten studeren.
Dat is te veel.
Je draaft een beetje door.
We hebben niet veel tijd.
Ik ben vrij van zorgen.
Ik slaap niet zo veel.
- Je praat te veel.
- Je kletst te veel.
Ik drink niet veel wijn.
Je leest te veel.
Je doet te veel je best.
Ik ween te veel.
Ik huilde te veel.
Jullie moeten meer eten.
Werk niet te hard!
Mijn rok is te lang.
Je denkt te veel.
Ik drink niet veel bier.
We hadden meer kunnen doen.
Ik zou er niet te veel van verwachten als ik jou was.
Zeg niet te veel!
Dat is te veel.
Ik had meer moeten studeren.
Je mag niet te veel eten.
Ik had niet veel keus.
Er is meer nodig.
Ik wilde meer.
Het gras is te geel.
- Ik zuip niet.
- Ik drink niet veel.
Vertrouw Tom niet te veel.
Sami is ouder dan 60 jaar.
Mijn vader eet weinig fruit.
- Ik kan niet meer wachten.
- Ik kan niet langer wachten.
Als je te veel eet, word je dik.
Als je te veel eet, word je dik.
Ik heb nu meer zelfvertrouwen.
Niet meer dan twee dagen gingen voorbij.
Het is meer dan acht miljoen keer bekeken
Een indicatie... ...dat hier minder zuurstof is.
Dit wordt krap.
Je overschat hem.
Ik kan de pijn niet meer uitstaan.
Je moet meer informatie verzamelen.
Er staan niet veel meubels in mijn kamer.
- Tom maakte overuren.
- Tom heeft overuren gemaakt.
Ik wil veel meer.
Eet niet te veel.
Geef niet te veel geld uit.
Ik kan niet meer wachten.
We kunnen het niet meer aan!
Ze praat te veel.
Ik vind dat je meer moet eten.
Ik heb geen ideeën meer.
Ze hebben haar meer dan een uur laten wachten.
We hebben genoeg tijd.
Ik kan het niet langer verdragen.
We kunnen het niet veroorloven om nog meer tijd te verliezen.
We zullen je heel erg missen.
Laat ons meer doen.
Tom wilde meer.
Het kost te veel.
Tom was niet al te voorzichtig.
Je weet al te veel.
Eet meer fruit.
Introduceer meer "social distancing".
Als je te veel eet, word je dik.
Omdat het te groot is.
Maak alstublieft niet veel lawaai.
Er is geen zout meer.
Ik ben gek op voetbal.
Ik denk dat ik te veel gedronken heb.
Eet meer groenten.
Te veel geld?
Ik kon het lawaai niet meer verdragen.
Kijk niet zo veel tv.
Ik werk te veel.
Ik wil meer.
Tom is te kieskeurig.
Mijn geld is op.
Tom gaat niet lang wachten.
Ik kan het niet langer volhouden.
We hebben te veel lessen.
Als je te veel eet, word je dik.
Rook niet te veel.
Ik ga vandaag niet meer werken.
Tom heeft te veel gegeten.
Tom drinkt veel te veel.
Je zeurt te veel.