Examples of using "çiftlikte" in a sentence and their dutch translations:
Ik woon op een boerderij.
Ik ben opgegroeid op een boerderij.
Ik werkte op een boerderij.
Zijn hele familie werkt op een boerderij.
We wonen op een boerderij.
Er is een man die op de boerderij werkt.
"Ik werk op een boerderij", zei Tom.
Tom heeft hulp nodig op de boerderij.
Ik woonde op een boerderij toen ik kind was.
De voorbije zomer heb ik deeltijds op de boerderij gewerkt.
Vorige zomer werkte ik parttime op een boerderij.