Examples of using "çalışıyor" in a sentence and their dutch translations:
- Hij studeert.
- Hij is aan het studeren.
Mama is aan het werk.
Zij is heel ijverig.
Tom werkt.
De vrouwen werken.
Ze probeert af te vallen.
- Studeer je?
- Ben je aan het studeren?
- Studeren jullie?
Mama is aan het werk.
Papa werkt.
We zullen werken.
Hij is aan het studeren.
De kraan druppelt.
Werk je?
- Hoe werkt het?
- Hoe werkt dat?
Hij werkt bij Tatoeba.
Hij werkt op het gebied van biologie.
Ze studeert Engels.
Het werkt echt.
Hier werkt mijn vader.
Ze werken te veel.
Hij werkt als vertaler.
Carol studeert Spaans.
Werken jullie vandaag?
Tom werkt in Boston.
Zij werkt in België.
Tom werkt met ons.
- Tom werkt dichtbij.
- Tom werkt in de buurt.
Werkt Tom?
Mijn vader werkt in de fabriek.
Zij werkt op school.
- Tom is op de piano aan het oefenen.
- Tom oefent op de piano.
Joan loopt hard in de stad.
Werkt hij?
Tom werkt in Australië.
Ik deed alsof ik werkte.
Hij studeert Engels, maar hij studeert ook Duits.
Voor wie werkt hij?
bij het satellietprogramma in Venezuela.
De jongeling probeert bij het vrouwtje te komen.
...dringt naar voren...
Onze fabrieken werken op volle capaciteit.
Hij probeert op te houden met roken.
Hij werkt in de aids-research.
- Mary werkt in een supermarkt.
- Mary werkt bij een supermarkt.
Hoeveel mensen werken hier?
Waar werkt Tom nu?
Toms bedrijf doet het heel goed.
- Mijn mama werkt in een fabriek.
- Mijn moeder werkt in een fabriek.
Waarom werkt Tom thuis?
Werkt deze klok?
Tom probeert je om de tuin te leiden.
Hij heeft drie maanden in de ambassade gewerkt.
Ze werkt erg hard.
Hij werkt bij een bank.
Hij werkt voor haar.
Uh... Hoe werkt dat?
Tom is op zijn kamer Frans aan het leren.
Tom probeert de toekomst te lezen.
Zijn hele familie werkt op een boerderij.
Hoe werken deze dingen?
Mijn vader werkt in een fabriek.
Werkt Mary hier?
Tom werkt altijd.
Mijn broer werkt in Frankrijk.
Studeert u nog Frans?
Ze probeert gewoon op te vallen.
Ze probeert zelfmoord te plegen.
- Tom is aan het werken.
- Tom werkt.
Wie werkt vanavond?
Tom probeert het onmogelijke te bereiken.
Tom werkt in een museum.
Hij probeert normaal te zijn.
Werkt Tom in Boston?
Hoeveel vrouwen werken er in deze fabriek?
- Hoe snel werkt Tom toch!
- Je moet zien hoe snel Tom werkt!
Mijn vader werkt bij een bank.
Hij werkt altijd hard.
Werkt Tom hier nog?
Mijn vader woont en werkt in Tokio.
Tom en Maria zijn nog aan het werk.
Tom probeert dat nu te doen.
De overheid probeert nieuwe industrieën te ontwikkelen.
Ze werkt dag en nacht.
De smid werkt in zijn smidse.
Tom werkt voor de Verenigde Naties.
Zij probeert het bestaan van geesten te bewijzen.
Tom is nu aan het leren in zijn kamer.
Hoe werkt het slot van de voordeur?