Translation of "Temía" in Dutch

Temía llegar tarde.

Ik had schrik dat ik te laat was.

Ella temía despertar al bebé.

Ze was bang de baby wakker te maken.

Dijo que temía que lloviera.

Hij zei te vrezen dat het zou regenen.

Pero ahora, Pitt temía que las conquistas de Napoleón habían hecho a Francia demasiado poderosa

Maar nu vreesde Pitt dat Napoleons veroveringen Frankrijk te machtig maakte.