Translation of "Saluda" in Dutch

- Ella le saluda cada mañana.
- Ella lo saluda cada mañana.

Ze groet hem elke ochtend.

Ella le saluda cada mañana.

Ze groet hem elke ochtend.

Por favor, saluda a tus padres.

Zeg alsjeblieft gedag tegen je ouders.

Saluda a tus padres de mi parte.

Doe je ouders de groeten van me.

Saluda a tu mujer de mi parte.

Doe de groeten aan je vrouw voor mij!

Por favor, saluda a tu esposa de mi parte.

Doe alsjeblieft de groeten van mij aan je vrouw.

- Por favor, saluda a tus padres.
- Por favor, salude a sus padres.

Zeg alsjeblieft gedag tegen je ouders.

- Salúdame a tu esposa por favor.
- Por favor, saluda a tu esposa de mi parte.

- Doe alstublieft uw vrouw de groeten voor me.
- Doe alsjeblieft de groeten van mij aan je vrouw.