Translation of "Robar" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Robar" in a sentence and their dutch translations:

- Lo despidieron por robar.
- Le despidieron por robar.

Wegens diefstal werd hij ontslagen.

Robar es malo.

Stelen is verkeerd.

¿Puedes enseñarme a robar?

- Kun je me leren stelen?
- Kunt ge mij het stelen aanleren?

Robar dinero es malo.

Geld stelen is slecht.

Lo despidieron por robar.

Wegens diefstal werd hij ontslagen.

Querían robar el coche.

Ze wilden de auto stelen.

Le despidieron por robar.

Wegens diefstal werd hij ontslagen.

No se la pueden robar.

heeft ze beveiliging tegen diefstal,

El camino fácil es robar.

De zachte weg is stelen.

El chico es capaz de robar.

De jongen is in staat tot diefstal.

Y cuyas voces el régimen quiere robar.

en wier stem het regime wil verdoezelen;

- ¿Puedes enseñarme a robar?
- ¿Puedes enseñarme a volar?

- Kun je me leren stelen?
- Kun je me leren vliegen?

Me ha dicho que no estaba bien robar.

Ze heeft me verteld dat het verkeerd was om te stelen.

El ladrón irrumpió en la casa para robar dinero.

De rover brak in het huis in om geld te stelen.

Sólo hay arte que vale la pena robar o no.

Maar alleen kunst die de moeite waard is om te stelen en kunst die dat niet is.

Y luego sáquenlo al mundo, para que se los podamos robar.

En neem het mee in jouw wereld, zodat we het weer van jou kunnen stelen.

Los ladrones entraron a robar en el banco por la noche.

De inbrekers braken 's nachts in bij de bank.

Han entrado a robar en la casa en la que solíamos vivir.

Het huis waar we vroeger in woonden werd afgebroken.

En todo el mundo, los animales salvajes son cada vez más astutos para robar comida.

Wereldwijd... ...worden wilde dieren steeds bekwamer in het stelen van eten.

- Él atrapó a un joven tratando de robar su reloj.
- Él capturó a un muchacho robando su reloj.
- Él capturó a un chico robando su reloj.
- Él atrapó a un muchacho robando su reloj.
- Él atrapó a un chico robando su reloj.

- Hij betrapte een jongen die zijn horloge aan het stelen was.
- Hij ving een jongen die zijn horloge aan het stelen was.