Examples of using "Capaz" in a sentence and their dutch translations:
Je bent niet bekwaam.
Hij kan Frans onderwijzen.
Ik acht hem tot alles in staat.
De jongen is in staat tot diefstal.
Ik voel me niet in staat om het te doen.
Ik kan autorijden.
Hij is in staat om Spaans te onderwijzen.
Tom kon niet zwemmen.
Hij is tot alles in staat.
Hij is een heel bekwaam mens.
Dit is een prachtige, ‘morphende’ huid.
Ik kan deze steen niet oppakken.
- Hij is niet in staat om dat te doen.
- Hij kan het niet doen.
- Hij kan dat niet aan.
Tom kan autorijden.
Ik kan deze zin niet vertalen.
Tom kon Mary helpen.
Ik ben niet in staat om zo snel te praten.
om het te maken als professioneel komiek.
Ze heeft iemand nodig die haar kan verstaan.
Hij is niet in staat een auto te kopen.
Tom kon niet stoppen met roken.
Hij kan zwemmen als een vis.
Hij kan vliegen.
- Hij zal het werk niet kunnen doen.
- Hij zal het werk niet aankunnen.
Heb je alles kunnen doen, wat je wilde doen?
de enige soort die in staat is zijn eigen lot te bepalen.
Ze heeft iemand nodig die haar kan begrijpen.
Het is een voordeel een computer te kunnen gebruiken.
Hoeveel boeken kunt ge lezen in een maand?
Tom is de enige hier die dit kan doen.
Wat gebeurt er, kunt gij die taal spreken?
Ik had nooit gedacht dat hij zoiets wreeds zou kunnen doen.
Hij kon naar zeven personen tegelijkertijd luisteren.
Hij kan een mijl lopen in vier minuten.
- Ze kan Japans spreken.
- Hij kan Japans spreken.
Een welvarend land heeft altijd een stabiele en bekwame regering nodig.
- Ik kan een kikker en een pad niet uit elkaar houden.
- Ik kan een kikker niet van een pad onderscheiden.
Tom had de moed niet om te doen wat hij wou doen.
Hij is een kundig advocaat.
Hij kan met meer dan 100 kilometer per uur sprinten.
Zij kan tien talen spreken.
Ik weet zeker dat Tom dit klusje kan klaren.
Niemand weet waartoe hij in staat is totdat hij het probeert.
Hij was in staat om naar zeven personen tegelijk te luisteren.
die drie keer zo snel als geluid kan bewegen.
Het kind was niet in staat om de dood van zijn vader te begrijpen.
Op zijn minst wil ik alledaagse gesprekken kunnen voeren.
Tom had nooit gedacht dat Mary uiteindelijk ook echt haar hogeschooldiploma zou halen.
Ik kan deze zin niet vertalen.
Het virus is er nog steeds en kan u en anderen ziek maken.
Ze is nog maar twee jaar, maar ze kan al tot 100 tellen.
Als je niet weet wat je doel is, zul je het nooit kunnen bereiken.
Ik ben niet in staat om zo snel te praten.
Hij kan vijanden spietsen of vertrappen tot ze dood zijn.
- Ik kan het niet.
- Ik kan niet.
- Ik kan het niet doen.
- Hij kan geen auto kopen.
- Hij is niet in staat een auto te kopen.
Ik wou dat ik kon zwemmen.
- Hij zal het werk niet kunnen doen.
- Hij zal het werk niet aankunnen.
Waarom kon je dit niet doen?
Tom wist niet hoe Mary's liefde en tederheid te aanvaarden.
- Door boeiende verhalen te lezen zal je weldra bemerken, dat je al goed Esperanto kan lezen.
- Door boeiende verhalen te lezen zal je weldra merken dat je al goed in Esperanto kan lezen.
Ik denk dat Tom in staat is het probleem op te lossen.
Ik vind dat hij competent is.
- Ik kan de computer niet repareren.
- Ik kan de computer niet herstellen.
De mens is het enige dier dat kan lachen.
Hij werd een taaie, bekwame sergeant, en in de aanloop naar de Revolutionaire Oorlogen sloot hij
Dit machtige, anderhalf meter hoge, 100 kilo wegende zoogdier is krachtig... ...en absoluut in staat om dodelijke wonden te veroorzaken.
Tom stelde Maria een paar vragen die ze niet kon beantwoorden, maar ze was in staat om de meeste van zijn vragen te beantwoorden.