Examples of using "Puse" in a sentence and their dutch translations:
Ik werd ziek.
Ik werd ziek.
Ik deed mijn hoed op.
- Ik werd nerveus.
- Ik werd zenuwachtig.
- Ik heb een vaas gevuld met water.
- Ik vulde een vaas met water.
Ik droeg een wit overhemd.
Ik heb een tijdsaanduiding gezet
Ik heb de geschenken op zolder gelegd.
- Ik zette mij tussen Tom en John.
- Ik ben tussen Tom en John gaan zitten.
Ik werd zenuwachtig op het toneel.
- Waar heb ik het in vredesnaam gestopt?
- Waar heb ik het in godsnaam gelegd?
Ik deed alles wat ik had in opslag,
Ik heb een nieuwe klink op de deur gezet.
Ik deed wat melk in mijn koffie.
Ik wilde mijn nek beschermen. Dus ik gaf mijn arm...
...ik heb er eten mee gedragen en eten mee in de bomen gehangen.
Mijn oude vriend ontmoeten was erg aangenaam.
Ik heb wat melk gedronken en de rest in de koelkast bewaard.
Ik zette wat koekjes op tafel en de kinderen aten ze meteen op.
Ah, nu herinner ik het mij. Ik gebruikte een condoom; iets dat ik zelden, of juister gezegd bijna nooit doe.