Translation of "Pensar" in Dutch

0.009 sec.

Examples of using "Pensar" in a sentence and their dutch translations:

- Dejame pensar.
- Déjame pensar.

- Laat me even nadenken.
- Laat me eens nadenken.

Pensar duele.

Denken doet pijn.

Dejame pensar.

- Laat me even nadenken.
- Laat me eens nadenken.

- Dejame pensar un rato.
- Déjame pensar un poco.

Laat me een beetje nadenken.

Pensar es gratis.

Denken staat vrij.

- ¿Qué te hizo pensar eso?
- ¿Qué te hace pensar así?

Wat maakt dat jij zo denkt?

Debo pensar cómo bajar.

Ik moet beneden zien te komen.

Y tuve que pensar,

Ik kon niet anders dan denken

Ella actuó sin pensar.

Ze handelde zonder na te denken.

No sabía qué pensar.

Ik wist niet wat te denken.

- Pensar no cuesta nada.
- Pensar es gratis.
- Los pensamientos son libres.

- De gedachten zijn vrij.
- Denken is kosteloos.
- Denken staat vrij.

Y no pude evitar pensar:

En deze gedachte drong zich op:

Necesitamos pensar por dónde ir.

We moeten onze richting bepalen.

¿Qué te hace pensar así?

Wat maakt dat jij zo denkt?

No puedo pensar en todo.

Ik kan niet aan alles denken.

No puedo pensar en eso.

Daar kan ik niet aan denken.

No puedo pensar en nada.

Ik kan niks bedenken.

Estoy demasiado cansado para pensar.

Ik ben te moe om te denken.

- Creo que deberían pensar en su futuro.
- Creo que deberías pensar en el futuro.

Ik denk dat je over de toekomst moet nadenken.

Pero debo pensar a qué atarla.

Maar ik moet uitzoeken waar ik het aan vast kan maken.

Pero debo pensar a qué atarla.

Maar ik moet uitzoeken waar ik het aan vast kan maken.

Pero debo pensar  a qué atarla.

Maar ik moet uitzoeken waar ik het aan vast kan maken.

Me están haciendo pensar muy lento.

Ze maken dat ik trager nadenk.

Entonces tenemos que pensar qué dejamos.

...en we moeten nadenken over wat we achterlaten.

Harán, no soporto pensar en eso'.

- zal er niet aan denken'.

Siempre deberías pensar antes de hablar.

Ge moet altijd nadenken alvorens te spreken.

¿Tienes alguna razón para pensar eso?

Heb je een reden om dat te vinden?

Tengo que pensar en mis hijos.

Ik moet aan mijn kinderen denken.

¡No puedo pensar con ese ruido!

Ik kan niet nadenken met dat lawaai!

He aprendido a pensar como Tom.

Ik heb geleerd als Tom te denken.

Trato de no pensar al respecto.

Daar probeer ik niet aan te denken.

No consigo pensar de otra forma.

Ik kan niet anders denken.

pensar y re-pensar mucho. Y le debemos mucho a esos años que pasamos en soledad.

...moesten we veel nadenken. We hebben veel te danken aan die eenzame jaren.

Y hay buenas razones para pensar esto:

Daar is een goede reden voor:

Bien, debemos pensar cómo bajar hacia ella.

We moeten zorgen dat we beneden komen.

Ya no podemos pensar de esa manera.

Maar dat is een verkeerde gedachte.

Solo pensar en eso los enferma, ¿cierto?

Alleen al de gedachte eraan maakt je toch ziek, niet?

Al pensar en hielo ártico, osos polares,

denk aan poolijs, ijsberen --

No podía dejar de pensar en ella.

Ik kon alleen maar aan haar denken.

Ni pensar en salir en esta lluvia.

Geen sprake van om met deze regen weg te gaan.

Creo que deberían pensar en su futuro.

Ik denk dat ze over hun toekomst moeten nadenken.

- Pensar es gratis.
- Los pensamientos son libres.

- De gedachten zijn vrij.
- Denken staat vrij.

Comenzamos a pensar que esa comunidad completa

We beginnen dan te denken dat die hele gemeenschap

Empecé a pensar qué podía hacer para ayudar.

vroeg ik me af hoe ik zou kunnen helpen.

Recuerdo que para mi era muy raro pensar

Ik weet nog dat ik dacht dat het heel vreemd was

Bien, ahora debemos pensar bien. Busquemos algunas huellas.

We moeten dit slim aanpakken. Zien of we pootafdrukken kunnen vinden.

Pero en el escenario, no tengo que pensar.

Maar op de bühne hoef ik niet te denken.

Pensar en lo que nunca se ha pensado.

Te denken wat mensen nooit hebben gedacht.

No puedo imaginarte sin pensar en tu madre.

Ik kan je niet zien zonder aan je moeder te denken.

¿Qué te hace pensar que estoy ocultando algo?

- Wat brengt je bij de gedachte dat ik iets verberg?
- Wat laat je denken dat ik iets verberg?

Aunque realmente, si deseamos pensar acerca de nuestra relación,

Maar als we écht over de relatie willen denken

Se está haciendo tarde. Debo pensar en un refugio,

Het wordt laat, we moeten nadenken over onderdak...

Bien, se hace tarde. Debemos pensar en un refugio.

Het wordt laat, we moeten nadenken over onderdak,

Debo pensar cómo sacarla de allí. Bueno... ¿Qué opinan?

Ik moet uitzoeken hoe ik hem eruit krijg. Wat denk je?

El humanismo es una forma de pensar y vivir

Humanisme is een manier van denken en leven

Tienen que pensar rápido para no entrar en pánico.

nu snel denken, je gaat in paniek raken;

Mis padres intentaron convertirme a su manera de pensar.

Mijn ouders hebben geprobeerd me om te vormen naar hun manier te denken.

No puedo dejar de pensar en lo que ocurrió.

- Ik kan niet stoppen met denken aan wat er gebeurd is.
- Ik blijf denken aan wat er is gebeurd.

No puedo dejar de pensar en el dinero robado.

Ik kan niet ophouden aan het gestolen geld te denken.

A veces debemos dar un paso atrás y pensar.

Soms moeten we een stap achteruit zetten, en de zaken nog eens overdenken.

Tom tuvo mucho tiempo para pensar acerca del problema.

Tom had veel tijd om over het probleem na te denken.

Tengo que pensar sobre qué es lo que quiero decir.

moet ik nadenken over wat ik wil dat het zegt.

Es la arrogancia de pensar que la tecnología nos salvará.

Het is arrogant om te denken dat technologie ons zal redden.

Hay que pensar la mejor manera de ir hacia allí.

We moeten de beste manier vinden om die kant op te gaan.

Fue de inculcarles el hábito de pensar y de aprender

aan het ontwikkelen van denk- en leergewoonten bij hen,

La mayoría de nosotros preferimos pensar en cosas más cercanas,

denken de meesten van ons liever over dingen dichtbij,

Y luego tienes que empezar a pensar como un pulpo.

En dan moet je gaan denken als een octopus.

Tendemos a pensar que la mayoría de los perros muerden.

We zijn geneigd te denken dat de meeste honden bijten.

No paso una hora sin pensar en ti con amor.

- Geen uur gaat voorbij zonder dat mijn gedachten in liefde bij jou zijn.
- Er gaat nauwelijks een uur voorbij zonder dat ik niet met liefde aan je denk.

Él se equivocaba al pensar que ella vendría a verle.

Hij veronderstelde ten onrechte, dat ze gekomen was om hem te ontmoeten.

Eso no es algo en lo que quiera pensar ahora.

Dat is niet iets waar ik nu aan wil denken.

¿Cuál es tu lugar preferido para ir cuando querés pensar?

Wat is jouw favoriete plek om heen te gaan wanneer je na wilt denken?

¿Qué te hace pensar que Tom me va a escuchar?

Waarom denk je dat Tom naar mij zou luisteren?

Y puedo entender fluidamente, y con el que puedo pensar profundamente,

en die ik vloeiend begrijp en waarmee ik diep kan nadenken,