Examples of using "Obviamente" in a sentence and their dutch translations:
- Dat haal je de koekoek.
- Zeker.
- Natuurlijk.
- Duidelijk.
- Jazeker.
- Jawel.
- Uiteraard!
- Zeker weten!
- Spreekt voor zich.
- Dat spreekt vanzelf.
- Maar natuurlijk!
- Dit is een kwestie van gezond verstand.
Hij is duidelijk niet te vertrouwen!
- Dat is duidelijk niet te vermijden.
- Dat is duidelijk onvermijdbaar.
- "Is hij aan het liegen?" "Uiteraard."
- "Liegt hij?" "Uiteraard."
Kennelijk liegt Tom.
Dat heeft ze vanzelfsprekend niet gezegd.
Weet je, natuurlijk complete fictie.
en dat is duidelijk niet de manier.
- Dat is duidelijk niet te vermijden.
- Dat is duidelijk onvermijdbaar.
Tom verstaat klaarblijkelijk niet zo goed Frans.
Ze wou duidelijk de vraag niet beantwoorden.
Hij is duidelijk niet zo'n soort persoon.
Buiten Esperanto spreekt hij natuurlijk ook andere vreemde talen.