Translation of "Minutos" in Dutch

0.013 sec.

Examples of using "Minutos" in a sentence and their dutch translations:

- Esperé por diez minutos.
- He esperado diez minutos.

Ik heb tien minuten lang gewacht.

Sólo quince minutos.

- Slechts een kwartier.
- Slechts vijftien minuten.

Quince minutos más.

Nog vijftien minuten.

Necesito treinta minutos.

Ik heb 30 minuten nodig.

Tenemos 30 minutos.

We hebben 30 minuten.

- Espere cinco minutos, por favor.
- Por favor, espere cinco minutos.
- Espera cinco minutos, por favor.

- Gelieve vijf minuten te wachten.
- Wacht alsjeblieft vijf minuten.

- Llegó atrasado en 30 minutos.
- Él llegó treinta minutos tarde.

Hij verscheen dertig minuten te laat.

- Una hora tiene sesenta minutos.
- Una hora contiene sesenta minutos.

Een uur heeft zestig minuten.

Eso es, 36 minutos.

Inderdaad, 36 minuten.

Volveré en diez minutos.

Ik ben over tien minuten terug.

Volveré en unos minutos.

Ik kom over enkele minuten terug.

¿Podrías ayudarme diez minutos?

- Kan je me tien minuten helpen?
- Zou je me tien minuten kunnen helpen?

¿Puedes esperar diez minutos?

Kan je tien minuten wachten?

Esperemos cinco minutos más.

Laten we nog vijf minuten wachten.

- Estará de vuelta en diez minutos.
- Él volverá en diez minutos.

- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.

- Mi reloj está cinco minutos adelantado.
- Mi reloj anda cinco minutos adelantado.
- Mi reloj está adelantado cinco minutos.

Mijn klok loopt vijf minuten voor.

- Hay un tren cada treinta minutos.
- El tren pasa cada treinta minutos.

De trein gaat iedere dertig minuten.

- Cada diez minutos sale un bus.
- Sale un autobús cada diez minutos.

Iedere tien minuten gaat er een bus.

- Mi reloj está cinco minutos adelantado.
- Mi reloj anda cinco minutos adelantado.

Mijn klok loopt vijf minuten voor.

- El autobús llegó diez minutos tarde.
- El autobús llegó con diez minutos de retraso.
- El bus llegó diez minutos tarde.

De bus kwam tien minuten te laat.

Le hablaremos durante 15 minutos

We praten 15 minuten met je

Y cinco minutos más tarde,

Vijf minuten daarna

(MS) Dos minutos para debatir.

Twee minuten voor overleg.

Él volverá en diez minutos.

- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.

Llegó atrasado en 30 minutos.

Hij verscheen dertig minuten te laat.

Por favor, espere cinco minutos.

Gelieve vijf minuten te wachten.

Estará ahí en diez minutos.

Hij zal er over tien minuten zijn.

Por favor, espere treinta minutos.

Gelieve alstublieft dertig minuten te wachten.

Tuvimos que esperarlo diez minutos.

We moesten tien minuten op hem wachten.

Estaré libre en 10 minutos.

Ik ben over tien minuten vrij.

Tom llegó 3 minutos antes.

Tom arriveerde drie minuten te vroeg.

- Se me pasó el tren por dos minutos.
- Perdí el tren por dos minutos.

- Ik heb de trein gemist op twee minuten na.
- Ik miste de trein op twee minuten.

- Él habló sin pausa durante diez minutos.
- Él habló por diez minutos sin interrupción.

Hij sprak tien minuten zonder onderbreking.

- Vamos a tomar un descanso de diez minutos.
- Hagamos una pausa de diez minutos.

- Laten wij tien minuten pauze nemen.
- Laten we tien minuten pauzeren.

Mi reloj anda cinco minutos adelantado.

Mijn klok loopt vijf minuten voor.

Déjala, necesita unos minutos a solas.

Laat haar. Ze heeft enkele minuten nodig om op zichzelf te zijn.

Hagamos una pausa de diez minutos.

Laten we tien minuten pauzeren.

Estará de vuelta en diez minutos.

- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.

Él llegó aquí diez minutos antes.

Hij is hier tien minuten geleden aangekomen.

Los autobuses pasan cada diez minutos.

Om de tien minuten is er een bus.

El tren parte en cinco minutos.

De trein vertrekt over vijf minuten.

El autobús llegó adelantado dos minutos.

De bus kwam twee minuten te vroeg.

El autobús llegó diez minutos tarde.

De bus kwam tien minuten te laat.

Tom estará aquí en pocos minutos.

Tom zal hier over enkele minuten zijn.

Él salió hace unos 10 minutos.

Hij vertrok ongeveer tien minuten geleden.

Va a llegar en diez minutos.

Hij komt over tien minuten.

Él llegó aquí hace diez minutos.

Hij is hier tien minuten geleden aangekomen.

El tren viene atrasado 30 minutos.

De trein heeft een vertraging van dertig minuten.

El futuro pasó hace cinco minutos.

De toekomst was vijf minuten geleden.

Tom ha llegado 30 minutos atrasado.

Tom is dertig minuten te laat gekomen.

- ¿Te puedo volver a llamar en veinte minutos?
- ¿Puedo volverte a llamar en veinte minutos?

Kan ik je over twintig minuten terugbellen?

- Dejad que el té dibuje durante diez minutos.
- Dejad que el té repose diez minutos.

Laat de thee tien minuten trekken.

- Mi reloj se atrasa dos minutos cada día.
- Mi reloj se retrasa dos minutos al día.

Mijn horloge loopt iedere dag twee minuten achter.

Según el reloj, aún tengo 3 minutos,

Volgens de klok heb ik nog drie minuten,

Cada pocos minutos, tomarán una importante decisión.

Om de zoveel minuten volgt een belangrijke beslissing.

Y sigo con 90 minutos de yoga.

waarna ik 90 minuten aan yoga doe.

Diez minutos después pasaron al tema siguiente.

Na tien minuten gingen ze over op een volgend thema.

Voy corriendo al baño cada treinta minutos.

Ik ga alle dertig minuten naar de wc.

Él habló por diez minutos sin interrupción.

Hij sprak tien minuten zonder onderbreking.

Entonces todavía puedo dormir cinco minutos más.

Dus kan ik nog vijf minuten langer slapen.

Deja el té reposar durante diez minutos.

Laat de thee tien minuten trekken.

El tren tiene 30 minutos de retraso.

De trein heeft 30 minuten vertraging.

Tom se ha ido hace unos minutos.

Tom is een paar minuten geleden vertrokken.

El despertador tiene diez minutos de adelanto.

De wekker loopt tien minuten voor.

Faltan cinco minutos para el año nuevo.

Nog vijf minuten tot het nieuwe jaar!