Examples of using "Minutos" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb tien minuten lang gewacht.
- Slechts een kwartier.
- Slechts vijftien minuten.
Nog vijftien minuten.
Ik heb 30 minuten nodig.
We hebben 30 minuten.
- Gelieve vijf minuten te wachten.
- Wacht alsjeblieft vijf minuten.
Hij verscheen dertig minuten te laat.
Een uur heeft zestig minuten.
Inderdaad, 36 minuten.
Ik ben over tien minuten terug.
Ik kom over enkele minuten terug.
- Kan je me tien minuten helpen?
- Zou je me tien minuten kunnen helpen?
Kan je tien minuten wachten?
Laten we nog vijf minuten wachten.
- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.
Mijn klok loopt vijf minuten voor.
De trein gaat iedere dertig minuten.
Iedere tien minuten gaat er een bus.
Mijn klok loopt vijf minuten voor.
De bus kwam tien minuten te laat.
We praten 15 minuten met je
Vijf minuten daarna
Twee minuten voor overleg.
- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.
Hij verscheen dertig minuten te laat.
Gelieve vijf minuten te wachten.
Hij zal er over tien minuten zijn.
Gelieve alstublieft dertig minuten te wachten.
We moesten tien minuten op hem wachten.
Ik ben over tien minuten vrij.
Tom arriveerde drie minuten te vroeg.
- Ik heb de trein gemist op twee minuten na.
- Ik miste de trein op twee minuten.
Hij sprak tien minuten zonder onderbreking.
- Laten wij tien minuten pauze nemen.
- Laten we tien minuten pauzeren.
Mijn klok loopt vijf minuten voor.
Laat haar. Ze heeft enkele minuten nodig om op zichzelf te zijn.
Laten we tien minuten pauzeren.
- Hij zal over tien minuten terug zijn.
- Hij is over tien minuten terug.
Hij is hier tien minuten geleden aangekomen.
Om de tien minuten is er een bus.
De trein vertrekt over vijf minuten.
De bus kwam twee minuten te vroeg.
De bus kwam tien minuten te laat.
Tom zal hier over enkele minuten zijn.
Hij vertrok ongeveer tien minuten geleden.
Hij komt over tien minuten.
Hij is hier tien minuten geleden aangekomen.
De trein heeft een vertraging van dertig minuten.
De toekomst was vijf minuten geleden.
Tom is dertig minuten te laat gekomen.
Kan ik je over twintig minuten terugbellen?
Laat de thee tien minuten trekken.
Mijn horloge loopt iedere dag twee minuten achter.
Volgens de klok heb ik nog drie minuten,
Om de zoveel minuten volgt een belangrijke beslissing.
waarna ik 90 minuten aan yoga doe.
Na tien minuten gingen ze over op een volgend thema.
Ik ga alle dertig minuten naar de wc.
Hij sprak tien minuten zonder onderbreking.
Dus kan ik nog vijf minuten langer slapen.
Laat de thee tien minuten trekken.
De trein heeft 30 minuten vertraging.
Tom is een paar minuten geleden vertrokken.
De wekker loopt tien minuten voor.
Nog vijf minuten tot het nieuwe jaar!