Examples of using "Disparó" in a sentence and their dutch translations:
- Hij schoot hem neer.
- Hij schoot haar neer.
- Zij schoot hem neer.
- Zij schoot haar neer.
Ze schoot een hond af.
Tom heeft Maria neergeschoten.
Sami schoot de beer neer.
De juwelier schoot de dief neer.
en toen schoot het ongelooflijk snel weg.
De jager schoot een beer neer.
Tom beweert dat hij Maria uit zelfverdediging heeft neergeschoten.
Een klein grensgeschil mondde uit in een groot internationaal incident.
Suchet vond de drummer die de paniek had veroorzaakt, en liet hem voor het hele