1. Home
  2. Translation in context
  3. Spanish-Dutch
  4. Apúrate

Translation of "Apúrate" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Apúrate" in a sentence and their dutch translations:

¡Apúrate niña!

- Schiet op, meisje!
- Haast je, meisje!

Apúrate por favor.

- Schiet alsjeblieft op.
- Schiet alstublieft op.
- Haast u alstublieft!

- ¡Date prisa!
- ¡Apúrate!

- Schiet op!
- Maak voort!

Apúrate, o perderás el tren.

Haast je, of je haalt de trein niet.

- Date prisa, Tom.
- Apúrate, Tom.

Schiet op, Tom.

Apúrate, o perderás el último tren.

Haast u, of ge mist de laatste trein.

- Apúrate, o perderás el tren.
- Date prisa o perderás el tren.

- Haast je, of je haalt de trein niet.
- Maak voort of je haalt de trein niet.