Examples of using "Japonesa" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben Japanse.
Zijn vriendin is Japans.
Bent u Japans?
Zij is Japanse.
Is ze Japans?
Dit is een Japanse pop.
Zijn vriendin is Japans.
Zijn vriendin is Japans.
Interesseer je je voor Japanse muziek?
Waar is de Japanse ambassade?
De Japanse bevolking krimpt.
Ik ben opgegroeid met de Japanse keuken.
De Japanse economie is nog altijd stabiel.
Is ze Japans?
De Japanse economie ontwikkelde zich vrij snel.
Wat denkt ge over de Japanse economie?
Wat vind je van Japans eten?
Hij heeft een Japanse roman naar het Frans vertaald.
Ben je al gewend aan Japans eten?
De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.
Ze staat bekend als de Japanse Picasso.
Het Japanse woord "Tatoeba" betekent "bijvoorbeeld".
Susie houdt van Japanse muziek.
- Wat vind je van Japans eten?
- Wat vindt u van Japans eten?
- Wat vinden jullie van Japans eten?
Deze stad wordt het Japanse Denemarken genoemd.
Susie houdt van Japanse muziek.
Hij is bekend met de Japanse cultuur.
Hij is een bekende Japanse popster.
Je zal binnenkort gewend zijn aan Japans voedsel.
We spraken dikwijls over Japanse politiek.
- Is ze Japans?
- Is hij Japans?
- Bent u Japans?
De Japanse economie is vorig jaar met 4 % gegroeid.
Tom keek naar een Japanse film met Franse ondertitels.
U bent geen Japanner.
Ze weten niet dat ik een Japanner ben.
De Japanse economie is nog altijd stabiel.
Je zal Japans eten in de Verenigde Staten missen.
Het Japans schrift is heel ingewikkeld. Het heeft drie alfabetten met meer dan tweeduizend tekens.