Examples of using "¿compraron" in a sentence and their dutch translations:
Ze hebben een ara gekocht.
- Ze hebben een nieuwe stofzuiger gekocht.
- Ze kochten een nieuwe stofzuiger.
Ze kochten een nieuwe auto.
Heb je een paar aardappelen gekocht?
Je hebt een hoop juwelen gekocht.
Daar kochten ze een huis in Paso de la Arena.
Tom en Maria kochten hun kleinzoon een fiets voor Kerstmis.
De fabriek was van hem, maar het werd gekocht door een groep Duitsers.
Je hebt een nieuw huis gekocht.