Examples of using "теория" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb een theorie.
Wat is jouw theorie?
Ik heb een theorie.
We hebben een theorie.
Heeft u een theorie?
Deze theorie is voor mij te moeilijk om te verstaan.
De grote-inslagtheorie gaf nog steeds problemen
- Ik denk dat jouw theorie niet steekhoudend is.
- Ik vind dat jouw theorie niet steekhoudend is.
Ik geloof dat ik daarover een theorie heb.
Ik geloof dat ik daarover een theorie heb.