Translation of "одна" in Dutch

одна идея,

één idee,

Одна жертва...

Eén prooi...

Я одна.

Ik ben alleen.

Ты одна?

- Zijt ge alleen?
- Ben je alleen?

Приходите одна.

Kom alleen!

Ты одна.

Je bent alleen.

Смотрите, одна подплывает.

Daar komt er een aan.

Еще одна самка.

Nog een vrouwtje.

появляется одна трещина,

verschijnt er een scheur,

Она работает одна.

Zij werkt alleen.

Она пришла одна.

Ze kwam alleen.

Она живёт одна.

Ze woont alleen.

Почему ты одна?

Waarom ben je alleen?

Я работаю одна.

Ik werk alleen.

Ты была одна?

Was je alleen?

Есть ещё одна.

Er is er nog een.

- Беда не приходит одна.
- Беда никогда не приходит одна.

Een ongeluk komt zelden alleen.

- Я не могу идти одна.
- Я не могу идти туда одна.
- Я не могу ехать туда одна.
- Я не могу ехать одна.

Ik kan niet alleen gaan.

- Вы один?
- Вы одни?
- Вы одна?
- Ты один?
- Ты одна?

- Zijt ge alleen?
- Ben je alleen?

- Юми - одна из моих подруг.
- Юми — одна из моих подруг.

- Yumi is een van mijn vrienden.
- Yumi is een van mijn vriendinnen.

Это ещё одна строчка

Het is ook een zin

но сама оставалась одна.

maar ikzelf bleef helemaal uit het contact.

одна треть ледников растает.

één derde van de gletsjers zouden smelten.

Вот ещё одна таблица.

Hier is nog een grafiek.

И только одна вещь,

En het enige --

Одна из них — фатализм.

Eén ervan is fatalisme.

Жизнь у нас одна.

Je leeft maar één keer.

Она привыкла жить одна.

Zij is eraan gewend alleen te leven.

Одна из собак жива.

Een van de honden leeft nog.

Теперь она не одна.

Ze is niet meer alleen.

Одна лишь правда красива.

Alleen de waarheid is schoon.

У тебя есть одна?

Heb jij er een?

Я предпочитаю быть одна.

Ik ben liever alleen.

Беда не приходит одна.

Een ongeluk komt zelden alleen.

Мне нужна одна минута.

Ik heb een minuut nodig.

Ни одна не красива.

- Geen van beide is mooi.
- Geen van beiden is mooi.

У меня одна сестра.

Ik heb één zus.

Она больше не одна.

Ze is niet meer alleen.

Была только одна проблема.

- Maar er was één probleem.
- Er was maar één probleem.

Ты всегда пьёшь одна.

Je drinkt altijd alleen.

Была ещё одна авария.

Er is weer een ongeluk gebeurd.

- Ты один?
- Ты одна?

- Zijt ge alleen?
- Ben je alleen?

- Одна ласточка весны не делает.
- Одна ласточка ещё не делает лета.

- Eén zwaluw maakt nog geen zomer.
- Eén zwaluw maakt de lente niet.

- Я здесь один?
- Я здесь одна?
- Я тут один?
- Я тут одна?

Ben ik hier alleen?

Вот тут одна. Подплыви сюда.

Daar is een, kom op. Kom hier.

Две петли, одна перед другой.

Twee lussen... ...de een voor de andere.

Одна планета в триллионе галактик,

Eén planeet op een biljoen sterrenstelsels,

Одна самка отбилась от других.

Een vrouwtje raakt gescheiden.

У Сары тридцать одна ручка.

- Sara heeft eenendertig stiften.
- Sara heeft 31 pennen.

Одна ласточка весны не делает.

Eén zwaluw maakt nog geen zomer.

У меня только одна сестра.

Ik heb maar één zus.

Я никогда не пью одна.

Ik drink nooit alleen.

Тепло — одна из форм энергии.

Warmte is een vorm van energie.

У Тома была одна дочь.

Tom had één dochter.

Мэри сидела одна на диване.

Maria zat alleen op de sofa.

Всех ждала одна судьба — смерть.

Iedereen wachtte hetzelfde lot - de dood.

У меня одна зелёная рубашка.

Ik heb één groen overhemd.

Думаешь, я должна пойти одна?

Vind jij dat ik alleen zou moeten gaan?

У него была одна дочь.

Hij had één dochter.

Том сказал, что Мэри одна.

Tom zei dat Maria alleen was.

Есть и ещё одна возможность.

Er is ook nog een andere mogelijkheid.

- Ни одна из машин мне не принадлежит.
- Ни одна из машин не моя.

Geen enkele van de auto's is van mij.

- У нас обоих одна проблема.
- У нас обоих одна и та же проблема.

We hebben allebei hetzelfde probleem.

- Ты пришёл один?
- Ты пришла одна?
- Вы одни пришли?
- Ты один пришёл?
- Ты одна пришла?
- Вы один пришли?
- Вы одна пришли?
- Вы пришли одна?
- Вы пришли один?
- Вы пришли одни?

Ben je alleen gekomen?

- В холодильнике есть бутылка.
- В холодильнике одна бутылка есть.
- В холодильнике есть одна бутылка.

- Er staat een fles van in de koelkast.
- Er ligt een fles van in de koelkast.

- У меня одна чёрная собака и одна белая.
- У меня чёрная собака и белая.

Ik heb een zwarte hond en nog een witte.

напоминает мне, что я не одна.

me eraan herinnerd dat ik niet alleen ben.

за каждой историей скрывается ещё одна.

want er is weer een ander verhaal daaronder.

Одна история тянет за собой другую:

Maar dit is het verhaal ìn dat verhaal:

Сейчас Стелла, одна из тех девочек,

Vandaag staat Stella, een van die meisjes,

Есть одна уловка, которая может помочь.

Er is een truc die je kan helpen.

Это одна из наших грандиозных целей.

Dat is een van onze ultieme doelen, als het ware.

одна из батареек остановится раньше другой.

De ene batterij gaat eerder stoppen dan de andere.

Оказавшись одна, маленькая девочка стала плакать.

Alleen gelaten begon het kleine meisje te huilen.

- Я шёл один.
- Я шла одна.

Ik wandelde alleen.