Examples of using "разговаривает" in a sentence and their dutch translations:
- Iemand praat.
- Iemand is aan het praten.
- Ze praat niet.
- Zij praat niet.
- Ze spreekt niet.
- Zij spreekt niet.
- Hij praat niet.
- Hij spreekt niet.
Met wie spreekt hij?
Hij praat in zijn slaap.
- Tom is aan het praten.
- Tom praat.
Tom praat erg hard.
Tom praat met zichzelf.
Jane is met iemand aan het praten.
Die jongen praat alsof hij een volwassene is.
Tom praat veel op de telefoon.
Tom praat soms in zijn droom.
Ze spreekt niet meer tegen ons.
Tom praat vaak tegen zichzelf.
Ik hoor iemand praten.
Niemand praat met me.
Dat is waanzinnig! Jouw moeder spreekt zes talen?
Hij is een man die met niemand praat.
- Hij is aan de telefoon.
- Hij zit aan de telefoon.
Tom praat erg hard.
Met wie spreekt hij?
Hij praat in zijn slaap.
Hij spreekt Japans als een Japanner.
Ze spreekt vaak met haar verloofde.
Hij spreekt Engels.
Als iemand die Engels spreekt merkt dat een buitenlander met wie hij praat een van zijn zinnen niet begrijpt, dan herhaalt hij het, op dezelfde manier, maar harder, alsof de ander doof is. Het komt aldoor niet bij hem op dat de woorden die hij gebruikt wellicht te moeilijk zijn, of dat zijn uitdrukking wellicht op meerdere manieren door een buitenlander opgevat kunnen worden en dat hij het beter op een makkelijkere manier kan verwoorden. Het resultaat is niet alleen dat de ander het nog steeds niet begrijpt, maar ook geïrriteerd raakt omdat hij als dove behandeld wordt.