Examples of using "прощения" in a sentence and their dutch translations:
- Excuseer.
- Pardon.
- Excuseer!
- Mijn excuses.
- Pardon.
- Excuseer!
- Pardon!
Het spijt me dat ik te laat was.
Het spijt me van gisteren.
Sorry dat ik laat ben.
Het is een tikfout. Sorry.
- Sorry, ik kan niet lang blijven.
- Het spijt me, maar ik kan niet lang blijven.
Ik wil me verontschuldigen.
- Wablieft?
- Wat zegt u?
- Pardon?
- Hoe?
- Zeg dat nog eens?
- Excuseer.
- Mijn excuses.
Ik zal me verontschuldigen.
Wat zegt u?
Jullie zouden om verontschuldiging moeten vragen.
Bied je excuses aan en ga naar je kamer.
Bied Tom je verontschuldigingen aan.
Het spijt me als ik je gekwetst heb.
- Excuseer.
- Excuseer!
Pardon?
Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.
Je moet je excuses aanbieden aan Tom.
- U moet uw excuses aanbieden aan Tom.
- Zij moeten zich verontschuldigen bij Tom.
Ik wil me verontschuldigen.
- Wablieft?
- Wat zegt u?
- Het is een tikfout. Sorry.
- Het is een typefout. Sorry.
- Sorry, spreekt u Engels?
- Excuseer, spreekt u Engels?
Het spijt me. Ik had voorzichtiger moeten zijn.
- Het spijt me als ik je gekwetst heb.
- Het spijt me als ik u gekwetst heb.
Ik hoef me niet te verontschuldigen voor wat ik heb gezegd.
- Jij moet je excuses aanbieden.
- Je zou je moeten verontschuldigen.
- Wablieft?
- Wat zegt u?
Ik bied mijn excuses aan voor wat zich hier heeft voorgedaan.
Neem me niet kwalijk, ik heb een vraag.
- Het spijt mij dat ik te laat ben.
- Sorry dat ik zo laat ben.
- Sorry dat ik te laat ben.
- Er is niets waarvoor je je moet verontschuldigen.
- Er is niets waarvoor je je excuses moet maken.
- Oh, het spijt me.
- Oh, sorry.
Sorry dat ik stoor, maar er is iemand aan de telefoon voor je.
- U moet uw excuses aanbieden aan Tom.
- Jullie moeten zich verontschuldigen bij Tom.
- Je moet je excuses aanbieden aan Tom.
Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.
Ik zal haar bellen en mijn excuses aanbieden.
Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.
Jullie zouden om verontschuldiging moeten vragen.
- Excuseer.
- Sorry...
- Het spijt me.
- Mijn excuses.
Excuseer mijn onhandigheid.
Neem u me niet kwalijk maar, kunt u mij de weg naar het station vertellen?
- Verontschuldig mij dat ik zo laat ben.
- Het spijt mij dat ik te laat ben.
- Het spijt me dat ik zo laat ben.
Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.
Tom belde Maria op om zich te verontschuldigen, maar zij legde de hoorn neer.
Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.