Translation of "овцу " in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "овцу " in a sentence and their dutch translations:

Он остриг овцу.

Hij schoor het schaap.

Яков кормил овцу.

Yaakov voederde het schaap.

Хорошо, мы поймали овцу.

Oké, we hebben het schaap gevangen.

- Нарисуй мне барашка.
- Нарисуй мне овцу.

- Toe, teken eens 'n schaap voor me.
- Teken mij een schaap.

Волк всегда найдёт повод съесть овцу.

- Wie een hond wil slaan, vindt altijd een stok.
- Om een schaap op te eten, vindt een wolf een voorwendsel.

- Том продаёт свою овцу.
- Том продаёт своих овец.

- Tom verkoopt zijn schaap.
- Tom verkoopt zijn schapen.

Я знаю по опыту, словить овцу не всегда легко.

Ik weet uit ervaring... ...dat 't niet altijd eenvoudig is om 'n schaap te vangen.

Хотите попытаться поймать овцу  и использовать ее, чтобы согреться?

Dus je wil 'n schaap vangen en 't gebruiken om warm te blijven?

Мы не можем дома держать овцу. Что там с ней делать?

We kunnen thuis geen schaap houden. Wat moeten we er daar mee doen?