Translation of "мальчику" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "мальчику" in a sentence and their dutch translations:

Она купила мальчику игрушку.

Ze kocht een stuk speelgoed voor de jongen.

Учитель позволил мальчику уйти домой.

De leerkracht liet de jongen naar huis gaan.

Я подал милостыню этому бедному мальчику.

Ik gaf die arme jongen een kleinigheid.

Я не уверен, кому мне давать подарок: девочке или мальчику?

Ik weet niet zeker aan wie ik dit cadeau moet geven: aan het meisje of aan de jongen?