Examples of using "зоопарке" in a sentence and their dutch translations:
- Ik werk in de zoo.
- Ik werk in de dierentuin.
Het jongetje is in de dierentuin.
We hebben de aap gezien in de dierentuin.
- Ik zag een nijlpaard in de zoo.
- Ik zag een nijlpaard in de dierentuin.
- Ik heb een nijlpaard gezien in de dierentuin.
De dierentuin heeft twee okapi's.
Het jongetje is in de dierentuin.
Ik heb een struisvogel gezien in de dierentuin.
Zebra's en giraffes vind je in de dierentuin.
Vind je het leuk om dieren te zien in de dierentuin?
Mijn neef keek naar de beesten in de dierentuin.
Zebra's en giraffes vind je in de dierentuin.
Ik was met mijn kinderen in de dierentuin en mijn telefoon bleef maar gaan.