Examples of using "захотел" in a sentence and their dutch translations:
Wil je naar de gevangenis?
Tom wilde schaken.
Niemand wou ons helpen.
Wat heeft je ertoe gebracht om Portugees te willen leren?
- Wil je naar de gevangenis?
- Wil je naar de gevangenis gaan?
Tom wilde niet wachten.
Tom wilde niet wachten.
Tom voelde zich hongerig.
Ik weet niet waarom Tom het niet wilde doen.
Tom wilde mijn hulp niet.
Tom wilde zijn huis niet verlaten.
Tom wou aan de telefoon niet daarover praten.
Tom wilde niet met me praten.