Examples of using "хотел" in a sentence and their dutch translations:
Tom wou dat.
- Ik wilde u helpen.
- Ik wilde je helpen.
Ik wilde haar verrassen.
- Ik wilde een bus huren.
- Ik wilde een touringcar huren.
Tom wilde niet weg.
Ik wilde dat niet.
- Ik wou dat niet!
- Ik wilde het niet!
- Ik wil graag weg.
- Ik wil graag vertrekken.
- Ik wil graag weggaan.
- Ik zou graag willen vertrekken.
Ik wilde daarnaartoe gaan.
Wat wilde Tom?
Ik wilde dit.
Tom wilde Maria.
Tom wilde meer.
Tom wilde geld.
Ik wilde vechten.
Hij wilde slagen.
Ik wilde meer.
Tom wilde je graag ontmoeten.
Ik wilde haar verrassen.
Tom wilde naar het buitenland gaan.
Ik wou het je tonen.
- Ik wou u niet kwetsen.
- Ik wou u geen pijn doen.
- Het was niet mijn bedoeling je pijn te doen.
- Ik zou haar graag willen zien.
- Ik zou haar willen zien.
- Ik wil haar vergeten.
- Ik wil hem vergeten.
- Ik wil het vergeten.
Hij wou naar de zee rijden.
Ik zou graag tv kijken.
Wat wil je graag kopen? Ik wil graag een hond kopen.
Ik wilde niemand beledigen.
Ik wil me verontschuldigen.
- Ik wilde dat niet doen.
- Dat heb ik niet willen doen.
Ik zou je graag willen helpen.
- Tom wou dansen met Mary.
- Tom wou dansen met Marie.
Tom wilde schaken.
Tom wilde dat Maria wegging.
Ik wil graag wat informatie.
- Ik zou graag willen tekenen.
- Ik zou graag tekenen.
Ik bedoelde het maar als een grapje.
De baby weende om melk.
Ik wilde rode schoenen.
Hij wou rijk zijn.
Ik wou alleen maar helpen.
Tom wou zich komen aangeven.
Ik wilde vijf ananassen.
Ik wil graag wat sigaretten.
Ik wilde haar verrassen.
Ik wil betalen.
Hij wilde geen oorlog.
Ik wou gewoon mijn excuses aanbieden.
Hij wilde het boek kopen.
Ik zou wel een Toyota willen hebben.
Tom wilde wat melk drinken.
Tom wilde een sneeuwman maken.
Tom wilde lang zijn.
Ik zou graag een glas willen.
Ik zou graag tekenen.
Ik wilde haar vleien.
Ik zou het willen.
Ik zou graag meekomen.
Ik wilde je helpen.
Dat was wat Tom wilde.
Ik wou dat ik ongelijk had.
Thomas wilde dokter worden.
Ik zou graag gaan liggen.
- Ik wilde een bus huren.
- Ik wilde een touringcar huren.
Hij wilde boer worden.
Hij wilde boer worden.
Tom wou advocaat worden.
Wat wilde Tom doen?
Ik wou dat niet!
Tom wilde een boer worden.
Tom wilde pizza eten.
Tom wilde Mary stoppen.
Tom wilde een held zijn.
Tom wilde spaghetti eten.
Ik vroeg me af wat Tom wou.
Tom wilde niet terug.
Ik wilde dit benadrukken.
Wilde je me zien?
Ik zou mijn vader willen zien.
Ik wil graag mijn kamer veranderen.
Ik zou mijn zoon willen zien.
- Ik zou haar graag willen zien.
- Ik zou haar willen zien.
- Ik wil graag een vraag stellen.
- Ik zou iets willen vragen.
Ik wil je terugzien.
Ik zou graag met je meegaan.
Ik wilde gewoon met haar praten.
- Ik wilde alleen met je praten.
- Ik wilde alleen maar met je praten.
- Ik wilde enkel met je praten.