Examples of using "женой" in a sentence and their dutch translations:
Wil je met me trouwen?
Thomas heeft zich verzoend met zijn vrouw.
Tom werd naast zijn vrouw begraven.
Ik beschouw mezelf een goede echtgenote.
Vandaag vieren mijn vrouw en ik ons twintigste huwelijksjubileum.
Ik was in Parijs met mijn vrouw.
Ik wilde moeder worden en echtgenote.
Ik heb ook problemen met mijn vrouw.
Nefertari was de eerste vrouw van Ramses II.
Ik wil met uw echtgenote spreken.
Zou je mijn vrouw willen zijn?
Mijn vrouw en ik wonen in Boston.
Mijn vrouw en ik wonen in Australië.
Ik leerde mijn vrouw kennen op een feestje.
Gisteren zijn mijn vrouw en ik naar het theater geweest.
Ik wil niet langer je vrouw zijn.
Hij scheidde van zijn vrouw na twintig jaar huwelijk.
- We zijn man en vrouw.
- Wij zijn man en vrouw.
Tom woont in Australië met zijn vrouw en zijn drie kinderen.
Hij komt met zijn echtgenote, wat dikwijls het geval is bij buitenlanders.
Ik heb geen geduld om met mijn vrouw naar kledingwinkels te gaan.
Mijn vrouw en ik waren heel gelukkig...voor we elkaar leerden kennen.
- We zijn een echtpaar.
- We zijn getrouwd.
- Wij zijn getrouwd.
- We zijn man en vrouw.
- Wij zijn man en vrouw.